Zaak C‑233/15

SIA „Oniors Bio”

tegen

Valsts ieņēmumu dienests

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Administratīvā apgabaltiesa)

„Prejudiciële verwijzing — Verordening (EEG) nr. 2658/87 — Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefindeling — Gecombineerde nomenclatuur — Postonderverdelingen 1517 90 91 en 1518 00 31 — Mengsel van ruwe vloeibare vette plantaardige oliën bestaand uit koolzaadolie (88 %) en zonnebloemolie (12 %)”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 28 april 2016

  1. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Indeling van goederen in de tariefposten van het gemeenschappelijk douanetarief

    (Art. 267 VWEU)

  2. Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Identificatie van de relevante elementen van Unierecht – Herformulering van de vragen

    (Art. 267 VWEU)

  3. Douane-unie – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Mengsel van ruwe vloeibare vette plantaardige oliën bestaand uit koolzaadolie en zonnebloemolie – Indeling onder postonderverdelingen 1517 90 91 of 1518 00 31 van de gecombineerde nomenclatuur naargelang het product geschikt is voor menselijke consumptie of niet – Criteria

    (Verordeningen van de Raad nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1006/2011, bijlage I, postonderverdelingen 1517 90 91 en 1518 00 31, en nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 6488/2005, art. 62, 68 en 71)

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 28)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 30)

  3.  De gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1006/2011, moet aldus worden uitgelegd dat bij de beoordeling of een mengsel van ruwe vloeibare vette plantaardige olie, voor 88 % bestaand uit koolzaadolie en voor 12 % uit zonnebloemolie, moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 1517 90 91 van de nomenclatuur, als voor menselijke consumptie geschikt mengsel van plantaardige olie, of onder postonderverdeling 1518 00 31 daarvan, als voor menselijke consumptie ongeschikt mengsel van plantaardige olie, rekening dient te worden gehouden met alle relevante gegevens van het geval, voor zover die betrekking hebben op de aan het product inherente objectieve kenmerken en eigenschappen.

    Tot de te beoordelen relevante gegevens die grond kunnen opleveren om een dergelijk mengsel als „ongeschikt voor menselijke consumptie” aan te merken, behoort de informatie die de fabrikant van dit mengsel in zijn douaneaangifte heeft verstrekt, inhoudend dat vanwege de kenmerken van het productieproces niet kan worden uitgesloten dat er in dat mengsel schadelijke stoffen aanwezig zijn. Het feit dat bij een analyse van monsters die van een dergelijk mengsel van plantaardige olie zijn genomen, in dat mengsel geen schadelijke stoffen zijn aangetroffen, is in dat verband op zichzelf onvoldoende om de kwalificatie van het betrokken mengsel als „ongeschikt voor menselijke consumptie” in twijfel te trekken. Een dergelijke slotsom veronderstelt dat er verdere relevante bewijsstukken beschikbaar zijn die twijfel kunnen zaaien over de juistheid van de informatie over het productieproces van het betrokken mengsel zoals verstrekt door de fabrikant en vermeld in die aangifte overeenkomstig de artikelen 62, 68 en 71 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening nr. 648/2005.

    (cf. punt 57 en dictum)