1.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/19


Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 23 oktober 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação de Lisboa — Portugal) — Cruz & Companhia Lda/Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP), Caixa Central — Caixa Central de Crédito Agrícola Mútuo CRL

(Zaak C-152/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Landbouw - Gemeenschappelijke ordening van de markten - Verordening (EEG) nr. 3665/87 - Artikelen 4, lid 1, en 13 - Verordening (EEG) nr. 2220/85 - Artikel 19, lid 1, onder a) - Voorwaarden voor de vrijgave van de zekerheid die is gesteld om de terugbetaling van het voorschot te waarborgen - Voorwaarden voor de toekenning van de restitutie - Gezonde handelskwaliteit van de uitgevoerde producten - Inaanmerkingneming, voor de toekenning van de restitutie, van de feiten die de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld in het kader van een controle die heeft plaatsgevonden na de daadwerkelijke uitvoer en de inklaring van de producten - Uitlegging van het arrest Cruz & Companhia (C-128/13, EU:C:2014:2432)])

(2016/C 038/28)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal da Relação de Lisboa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Cruz & Companhia Lda

Verwerende partijen: Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP), Caixa Central — Caixa Central de Crédito Agrícola Mútuo CRL

Dictum

Artikel 19, lid 1, onder a) van verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3403/93 van de Commissie van 10 december 1993, moet aldus worden uitgelegd dat de zekerheid die een exporteur heeft gesteld om de terugbetaling van het ontvangen voorschot op de uitvoerrestitutie te waarborgen, kan worden uitgewonnen wanneer in het kader van een controle die heeft plaatsgevonden na de daadwerkelijke uitvoer en de inklaring van de betrokken producten, wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan een van de andere voorwaarden voor de toekenning van deze restitutie, namelijk de voorwaarde inzake de gezonde handelskwaliteit van de uitgevoerde producten zoals bedoeld in artikel 13 van verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1829/94 van de Commissie van 26 juli 1994.


(1)  PB C 205 van 22.6.2015.