6.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 374/4 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 september 2017 — Slowaakse Republiek (C-643/15) en Hongarije (C-647/15)/Raad van de Europese Unie
(Gevoegde zaken C-643/15 en C-647/15) (1)
((Beroep tot nietigverklaring - Besluit (EU) 2015/1601 - Voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van de Helleense Republiek en van de Italiaanse Republiek - Noodsituatie ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen op het grondgebied van bepaalde lidstaten - Herplaatsing van die onderdanen op het grondgebied van de andere lidstaten - Toegewezen herplaatsingen - Artikel 78, lid 3, VWEU - Rechtsgrondslag - Toepassingsvoorwaarden - Begrip „wetgevingshandeling” - Artikel 289, lid 3, VWEU - Conclusies van de Europese Raad dwingend voor de Raad van de Europese Unie - Artikel 15, lid 1, en artikel 68 VWEU - Wezenlijke vormvoorschriften - Wijziging van het voorstel van de Europese Commissie - Vereiste van nieuwe raadpleging van het Europees Parlement en vereiste van unanimiteit binnen de Raad van de Europese Unie - Artikel 293 VWEU - Rechtszekerheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel))
(2017/C 374/05)
Procestaal: Slowaaks en Hongaars
Partijen
Verzoekende partijen: Slowaakse Republiek (vertegenwoordiger: Ministerstvo spravodlivosti Slovenskej republiky) (C-643/15), Hongarije (C-647/15) (vertegenwoordigers: M. Z. Fehér en G. Koós, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verzoekende partijen: Republiek Polen (vertegenwoordigers: B. Majczyna en M. Kamejsza, gemachtigden)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Chavrier, K. Pleśniak, N. Pethő en Z. Kupčová, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: J. Van Holm, M. Jacobs en C. Pochet, gemachtigden), Bondsrepubliek Duitsland [vertegenwoordigers: T. Henze, R. Kanitz en J. Möller (C-647/15), gemachtigden], Helleense Republiek (vertegenwoordigers: M. Michelogiannaki en A. Samoni-Rantou, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: D. Colas, F.-X. Bréchot en E. Armoet, gemachtigden), Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: G. Palmieri, gemachtigde, bijgestaan door L. D’Ascia, avvocato dello Stato), Groothertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: A. Germeaux, C. Schiltz en D. Holderer, gemachtigden), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk, C. Meyer-Seitz, U. Persson, O. Widgren, E. Karlsson en L. Swedenborg, gemachtigden), Europese Commissie [vertegenwoordigers: M. Condou-Durande en K. Talabér-Ritz (C-647/15), J. Baquero Cruz, A. Tokár (C-643/15) en G. Wils, gemachtigden]
Dictum
1) |
De beroepen worden verworpen. |
2) |
De Slowaakse Republiek en Hongarije worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie. |
3) |
Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Polen, het Koninkrijk Zweden en de Commissie zullen hun eigen kosten dragen. |