14.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 419/20


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het vredegerecht Ieper — België) — Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen NV/Gregory Demey

(Zaak C-261/15) (1)

([Spoorvervoer - Verordening (EG) nr. 1371/2007 - Rechten en verplichtingen van reizigers - Geen vervoerbewijs - Geen tijdige regularisatie - Strafbaar feit])

(2016/C 419/25)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Vredegerecht Ieper

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen NV

Verwerende partij: Gregory Demey

Dictum

Artikel 6, lid 2, in fine, van aanhangsel A bij het Verdrag betreffende het internationaal spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol houdende wijziging van het Verdrag betreffende internationaal spoorwegvervoer van 3 juni 1999, dat is opgenomen in bijlage I bij verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen nationale bepalingen op grond waarvan een persoon die de trein neemt zonder vervoerbewijs en zijn situatie niet binnen de in die bepalingen neergelegde termijnen regulariseert, geen contractuele band heeft met de spoorwegonderneming.


(1)  PB C 270 van 17.8.2015.