18.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 260/9


Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 26 mei 2016 – Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-244/15) (1)

((Niet-nakoming - Fiscale bepalingen - Vrij verkeer van kapitaal - Artikel 63 VWEU - Artikel 40 van de EER-Overeenkomst - Belasting op nalatenschappen - Regeling van een lidstaat die voorziet in een vrijstelling van erfbelasting in verband met de hoofdwoning op voorwaarde dat de erfgenaam permanent in deze lidstaat woont - Beperking - Rechtvaardiging))

(2016/C 260/11)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Triantafyllou en W. Roels, gemachtigden)

Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: M. Tassopoulou en V. Karrá, gemachtigden)

Dictum

1)

Door een wettelijke regeling vast te stellen en te handhaven krachtens welke de hoofdwoning is vrijgesteld van erfbelasting, die enkel van toepassing is op onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie die in Griekenland wonen, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.

2)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 228 van 13.7.2015.