12.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 335/19


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 30 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Sibiu — Roemenië) — Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Brașov (DGRFP)/Vasile Toma, Biroul Executorului Judecătoresc Horațiu-Vasile Cruduleci

(Zaak C-205/15) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 - Recht op toegang tot de rechter - Beginsel van „equality of arms” - Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel - Procedure van gedwongen tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing waarbij teruggaaf is gelast van een heffing die in strijd met het Unierecht is geïnd - Vrijstelling voor de overheidsinstanties van bepaalde gerechtskosten - Bevoegdheid van het Hof))

(2016/C 335/25)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Judecătoria Sibiu

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Brașov (DGRFP)

Verwerende partijen: Vasile Toma, Biroul Executorului Judecătoresc Horațiu-Vasile Cruduleci

Dictum

Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie alsmede het gelijkwaardigheids- en het doeltreffendheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een regeling als in het hoofdgeding, die publiekrechtelijke rechtspersonen vrijstelt van de betaling van gerechtelijke zegelrechten wanneer zij verzet aantekenen tegen de gedwongen tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing over de terugbetaling van in strijd met het Unierecht geïnde heffingen en hen ontslaat van de verplichting om een garantie te stellen bij de indiening van het verzoek tot opschorting van een dergelijke procedure van gedwongen tenuitvoerlegging, terwijl de verzoeken van privaatrechtelijke natuurlijke en rechtspersonen in die procedures in beginsel onderworpen blijven aan gerechtskosten.


(1)  PB C 245 van 27.7.2015.