16.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 296/13


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság — Hongarije) — Nutrivet D.O.O.E.L./Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség

(Zaak C-69/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Milieu - Afvalstoffen - Overbrengingen - Verordening (EG) nr. 1013/2006 - Artikel 2, punt 35, onder g), iii) - Illegale overbrenging - Vermelding van onjuiste of inconsistente informatie op het in bijlage VII bij die verordening opgenomen document - Artikel 50, lid 1 - Sancties in geval van schending van de bepalingen van die verordening - Evenredigheid])

(2016/C 296/17)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nutrivet D.O.O.E.L.

Verwerende partij: Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség

Dictum

1)

Artikel 2, punt 35, onder g), iii), van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 255/2013 van de Commissie van 20 maart 2013, moet aldus worden uitgelegd dat de overbrenging van afvalstoffen als bedoeld in bijlage III bij die verordening, die bestemd zijn voor nuttige toepassing, moet worden geacht illegaal te zijn in de zin van deze bepaling wanneer het in bijlage VII bij de verordening bedoelde document dat ziet op de overbrenging onjuiste of inconsistente informatie betreffende de importeur/ontvanger, de inrichting voor nuttige toepassing en de betrokken landen/staten bevat, zoals de informatie in de in het hoofdgeding aan de orde zijnde geleidedocumenten, ongeacht of die informatie correct is vermeld in andere documenten die ter beschikking van de bevoegde autoriteiten zijn gesteld, de bedoeling bestaat om die autoriteiten te misleiden, en deze autoriteiten de procedures van artikel 24 van die verordening toepassen.

2)

Artikel 50, lid 1, van verordening nr. 1013/2006, zoals gewijzigd bij verordening nr. 255/2013, waarin is bepaald dat de door de lidstaten toegepaste sancties wegens inbreuken op de bepalingen van die verordening evenredig moeten zijn, moet aldus worden uitgelegd dat voor de overbrenging van afvalstoffen waarbij het in bijlage VII bij die verordening bedoelde document onjuiste of inconsistente informatie bevat, in beginsel een geldboete kan worden opgelegd waarvan het bedrag overeenkomt met dat van de geldboete die wordt opgelegd in geval van niet-nakoming van de verplichting om dat document in te vullen. Bij de toetsing of een dergelijke sanctie evenredig is, moet de verwijzende rechter inzonderheid rekening houden met de gevaren die de inbreuk kan opleveren voor de bescherming van het milieu en de gezondheid van de mens


(1)  PB C 138 van 27.4.2015.