23.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 65/48 |
Beroep ingesteld op 29 december 2014 — Antrax It/BHIM — Vasco Group (Radiatoren voor centrale verwarming)
(Zaak T-829/14)
(2015/C 065/65)
Taal van het verzoekschrift: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Antrax It Srl (Resana, Italië) (vertegenwoordiger: L. Gazzola, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Vasco Group BVBA (Dilsen, België)
Gegevens betreffende de procedure voor het BHIM
Houder van het betrokken model: verzoekende partij
Betrokken model: gemeenschapsmodel voor „modellen voor radiatoren” — gemeenschapsmodel nr. 593959-0002
Bestreden beslissing: beslissing van de derde kamer van beroep van het BHIM van 10 oktober 2014 in zaak R 1273/2013-3
Conclusies
— |
voeging met het beroep dat verzoekster heeft ingediend tegen beslissing R 1272/2013-3 BHIM, die identiek is aan de bij dezen bestreden beslissing; |
— |
vernietiging van de bestreden beslissing van het BHIM voor zover gemeenschapsmodel nr. 593959-0002 daarin nietig wordt verklaard omdat het geen eigen karakter heeft, en dientengevolge geldigverklaring van dat model zonder de zaak voor de derde keer naar het BHIM terug te verwijzen; |
— |
vernietiging van de bestreden beslissing van het BHIM voor zover Antrax It Srl daarin wordt verwezen in de kosten; |
— |
hoofdelijke veroordeling van het BHIM en Vasco Group BVBA tot betaling aan Antrax It Srl van de kosten, vergoedingen, honoraria en bijkomende kosten overeenkomstig de wet; |
— |
veroordeling van Vasco Group BVBA tot betaling aan Antrax It Srl van de kosten, vergoedingen (waaronder technische), honoraria en bijkomende kosten overeenkomstig de wet die Antrax It Srl tijdens de procedure voor het BHIM zijn opgekomen; |
— |
verklaring voor recht dat artikel 1 quinquies van verordening (EG) nr. 216/96 in strijd is met artikel 41 van het Handvest van Nice. |
Aangevoerde middelen
— |
De middelen en voornaamste argumenten zijn dezelfde als in zaak T-828/14. |