12.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 7/39


Beroep ingesteld op 26 september 2014 — Novar/BHIM

(Zaak T-726/14)

(2015/C 007/44)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Novar GmbH (Albstadt, Duitsland) (vertegenwoordiger: R. Weede, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

het Bureau veroordelen tot betaling van 2  498,00 EUR, vermeerderd met rente op de voet van 5 procentpunten boven de basisrentevoet vanaf het aanhangig zijn van de zaak;

het Bureau verwijzen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de kosten van de vertegenwoordiging van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster één middel aan.

Middel: niet-contractuele aansprakelijkheid overeenkomstig artikel 118, lid 3, van verordening nr. 207/2009

Verzoekster betoogt dat sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die rechten toekent aan particulieren, alsmede van een causaal verband tussen de handeling en de schade. Verzoekster stelt dat de onrechtmatige handeling bestaat in de beslissing van 14 mei 2013 houdende afwijzing van de oppositie. Er is sprake van een voldoende gekwalificeerde schending van het recht, daar het Bureau in strijd met de in de brief van 22 juni 2012 vervatte informatie met betrekking tot de voor het bewijs van de oudere rechten in oppositieprocedure B002027251 over te leggen documenten, in de beslissing op de oppositie van 14 mei 2013 is uitgegaan van bijkomende vereisten voor het bewijs van de oudere rechten en op deze grond verzoeksters oudere rechten niet in aanmerking heeft genomen. Deze schending van het recht staat in causaal verband met de door verzoekster extra te betalen advocatenkosten die zijn ontstaan in het kader van het beroep tegen de beslissing van 14 mei 2013, die bij beslissing van de oppositieafdeling van 17 oktober 2013 werd herzien.