20.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 372/20


Beroep ingesteld op 7 augustus 2014 — Xinyi PV Products (Anhui) Holdings/Commissie

(Zaak T-586/14)

2014/C 372/25

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Xinyi PV Products (Anhui) Holdings Ltd (Anhui, Volksrepubliek China) (vertegenwoordigers: Y. Melin en V. Akritidis, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht om:

uitvoeringsverordening (EU) nr. 470/2014 van de Commissie van 13 mei 2014 (1) tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op zonneglas van oorsprong uit de Volksrepubliek China nietig te verklaren voor zover zij Xinyi PV Products (Anhui) Holdings Ltd betreft, en

de Commissie, en elke partij die wordt toegelaten tot interventie aan de zijde van de Commissie, te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Eerste middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een kennelijk onjuiste beoordeling in feite en in rechte, door in strijd met artikel 2, lid 7, sub c, derde streepje, van de antidumpingbasisverordening te oordelen dat verzoeksters productiekosten en financiële situatie onderhevig zijn aan verstoringen van betekenis die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie.

2.

Tweede middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een kennelijke beoordelingsfout en heeft geen coherent bewijs aangevoerd, door in strijd met artikel 2, lid 10, sub i, van de antidumpingbasisverordening van verzoeksters uitvoerprijs een handelsagentcommissie af te trekken ten belope van de marge die een verbonden onderneming in Hong Kong aan verzoekster aanrekende, zonder afdoende te bewijzen dat deze verbonden onderneming daadwerkelijk optrad als een op commissiebasis werkende agent.

3.

Derde middel: de Commissie heeft in strijd met artikel 2, leden 8 en 9, van de antidumpingbasisverordening verzoeksters uitvoerprijs niet berekend op basis van de werkelijk betaalde of te betalen prijs voor het product bij uitvoer naar de Unie, noch op basis van de prijs waartegen het uitgevoerde product voor het eerst aan een onafhankelijke afnemer in de Unie is doorverkocht.

4.

Vierde middel: de Commissie heeft in strijd met artikel 20 van de antidumpingbasisverordening en artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie de voornaamste feiten en bewijzen niet meegedeeld die duidelijk maken hoe zij verzoeksters dumpingmarge en schademarge heeft berekend.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 470/2014 van de Commissie van 13 mei 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op zonneglas van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 142, blz. 1).