27.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 380/14 |
Beroep ingesteld op 23 juni 2014 — Ertico — Its Europe/Commissie
(Zaak T-499/14)
2014/C 380/19
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: European Road Transport Telematics Implementation Coordination Organisation — Intelligent Transport Systems & Services Europe (Ertico — Its Europe) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: M. Wellinger en K. T’Syen, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van het besluit van het validatiepanel van de Europese Commissie van 15 april 2014 dat verzoekster geen kleine, middelgrote of micro-onderneming in de zin van aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124, blz. 36) is, en |
— |
verwijzing van verweerster in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.
1. |
De conclusie van het validatiepanel dat verzoekster geen kleine, middelgrote of micro-onderneming is, berust op een kennelijk onjuiste uitlegging van artikel 3, lid 4, van de bijlage bij aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie. |
2. |
Door te concluderen dat verzoekster geen kleine, middelgrote of micro-onderneming is en door de mogelijkheid open te laten voor de Commissie om in het verleden aan verzoekster toegekende KP7-subsidies terug te vorderen, heeft het validatiepanel de volgende fundamentele beginselen van Europees recht geschonden: (i) het beginsel van behoorlijk bestuur; (ii) het rechtszekerheidsbeginsel; en (iii) het beginsel van bescherming van verzoeksters gewettigd vertrouwen. |
3. |
Het validatiepanel heeft verzoeksters rechten van verdediging en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden doordat het verzoekster niet in de gelegenheid heeft gesteld om haar standpunt daadwerkelijk kenbaar te maken. |
4. |
Het validatiepanel heeft zijn besluit niet naar behoren gemotiveerd. |