21.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/32


Beroep ingesteld op 3 juni 2014 — Italië/Commissie

(Zaak T-384/14)

2014/C 235/43

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: B. Tidore, staatsadvocaat, G. Palmieri, gemachtigde)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van besluit C(2014)2008 van 4 april 2014, betekend op 7 april 2014, waarbij bepaalde uitgaven van de lidstaten, inzonderheid Italië, in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden uitgesloten van financiering door de Europese Unie.

Middelen en voornaamste argumenten

De Italiaanse regering voert drie middelen aan:

1.

Eerste middel: schending van de gemeenschapsbeginselen en ontoereikend onderzoek

In het bestreden besluit heeft de Commissie een financiële correctie aangebracht op grond van enkele tekortkomingen aangetroffen tijdens een inspectie ter plaatse in enkel de regio’s Latium en Abruzzen. Verzoekster betwist de extrapolatie van de bevindingen van die inspectie naar andere dan de betrokken regio’s en de berekening van de correctie op 5 %, omdat de Italiaanse regio’s onderling sterk verschillen en hoe dan ook slechts één betaalorgaan, de Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), betrokken was.

2.

Tweede middel: schending van de artikelen 43 en 48 van verordening nr. 1782/2003 (1)

In haar besluit heeft de Commissie de Italiaanse staat verweten dat zij de regeling voor bijzondere rechten onjuist heeft toegepast en beweerd dat een risico voor het Fonds was ontstaan. De verzoekende partij stelt dat de artikelen 43 en 48 van verordening nr. 1782/2003 geen specifieke procedure voor de herverdeling van de bijzondere rechten behelst voor de gevallen die door de Commissie zijn onderzocht en dat de methode die in Italië is toegepast niet alleen volledig in overeenstemming is met die regeling, maar op zich ook geen bijzondere risico’s voor het Fonds inhoudt.

3.

Derde middel: schending van de algemene beginselen op het vlak van financiële correcties en inachtneming van de criteria voor erkenning alsook ontoereikende motivering

In haar besluit heeft de Commissie de operationele lacunes gecorrigeerd die kunnen worden toegerekend aan de Agenzia della Regione Basilicata per le Erogazioni in Agricoltura (ARBEA), een betaalorgaan waarvan de erkenning bij bestuurlijk besluit van 12 mei 2010 met ingang van 16 oktober 2010 is ingetrokken, waarna de bevoegdheden van ARBEA door AGEA zijn overgenomen. De verzoekende partij betwist het optreden van de Commissie, die de correctie voor de boekjaren 2007–2009 tot 2010 heeft uitgebreid op grond van de veronderstelling dat de al vastgestelde risico’s nog steeds aanwezig waren en met behoud van het percentage, en bekritiseert tevens de toepassing van de correctie op de periode tussen de intrekking van de erkenning en het moment waarop AGEA de functies heeft overgenomen.


(1)  Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001.