11.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 261/34


Beroep ingesteld op 26 mei 2014 — NICO/Raad

(Zaak T-371/14)

2014/C 261/59

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Naftiran Intertrade Co. (NICO) Sàrl (Pully, Zwitserland) (vertegenwoordigers: J. Grayston, Solicitor, P. Gjørtler, G. Pandey en D. Rovetta, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

het besluit van de Raad in de brief van 14 maart 2014, die was gericht aan verzoeksters advocaten, met betrekking tot de herziening van de lijst van aangewezen personen en entiteiten in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, zoals gewijzigd bij besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012, en in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, zoals uitgevoerd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012, nietig te verklaren, voor zover daarbij wordt geweigerd verzoekster te schrappen van de lijst van personen en entiteiten die aan de beperkende maatregelen zijn onderworpen;

overeenkomstig artikel 50, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering onderhavige zaak te voegen met zaak T-6/13, en

de Raad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan, namelijk dat het besluit onvoldoende was gemotiveerd en dat de Raad blijk heeft gegeven van een kennelijke beoordelingsfout.

Verzoekster stelt dat zij geen dochteronderneming van Naftiran Intertrade Company (NICO) Limited is, aangezien deze onderneming niet langer bestaat in Jersey, en de Raad hoe dan ook niet heeft aangetoond dat indien zij een dochteronderneming van Naftiran Intertrade Company (NICO) Limited zou zijn, dit een economisch voordeel voor de Iraanse Staat zou opleveren dat in strijd is met het doel van de bestreden maatregelen.