Zaak T‑712/14

Confédération européenne des associations d’horlogers-réparateurs (CEAHR)

tegen

Europese Commissie

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Misbruik van een machtspositie – Stelsel van selectieve reparatie – Weigering van Zwitserse horlogefabrikanten om vervangingsonderdelen aan onafhankelijke horlogeherstellers te leveren – Primaire markt en servicemarkt – Uitschakeling van elke daadwerkelijke mededinging – Besluit houdende afwijzing van een klacht”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 23 oktober 2017

  1. Mededinging – Administratieve procedure – Onderzoek van klachten – Vaststelling van prioriteiten door de Commissie – Verplichting van de Commissie om bij besluit uitspraak te doen over het bestaan van een inbreuk – Geen – Inaanmerkingneming van het belang van de Unie bij instructie van de zaak – Beoordelingsmarge van de Commissie – Grenzen – Rechterlijke toetsing – Omvang

    (Art. 101 VWEU, 102 VWEU en 105, lid 1, VWEU; verordening nr. 773/2004 van de Commissie, art. 7, lid 2)

  2. Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Stelsel van selectieve reparatie – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Analoge toepassing van de voorwaarden die voor stelsels van selectieve distributie gelden

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

  3. Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Stelsel van selectieve reparatie – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Objectieve rechtvaardiging – Behoud van de kwaliteit van de producten in kwestie en het goed gebruik ervan

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

  4. Mededingingsregelingen – Aantasting van de mededinging – Stelsel van selectieve reparatie – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Evenredigheid van het stelsel

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

  5. Machtspositie – Misbruik – Weigering van een onderneming met een machtspositie om een andere onderneming toegang te geven tot een product dat of een dienst die noodzakelijk is voor haar activiteit – Stelsel van selectieve reparatie van horloges – Geen risico van uitschakeling van elke daadwerkelijke mededinging – Geen misbruik

    (Art. 102 VWEU)

  6. Mededinging – Administratieve procedure – Onderzoek van klachten – Klacht waarin aangifte wordt gedaan van het bestaan van een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedragingen en melding wordt gemaakt van misbruik van een machtspositie – Beoordelingsmarge van de Commissie – Onderzoek van het bestaan van misbruik van een machtspositie – Inaanmerkingneming van de geoorloofdheid op grond van artikel 101 VWEU van het gedrag waarop de aangifte betrekking heeft – Toelaatbaarheid

    (Art. 101 VWEU en 102 VWEU)

  7. Machtspositie – Misbruik – Begrip – Omvang van de marktmacht van een onderneming met een machtspositie – Irrelevant

    (Art. 102 VWEU)

  8. Mededingingsregelingen – Onderling afgestemde feitelijke gedragingen – Begrip – Stelsel van selectieve reparatie – Weigering om producten te leveren die noodzakelijke zijn voor de activiteit van een andere onderneming – Progressief genomen beslissingen om levering te weigeren – Geen mededingingsregeling

    (Art. 101, lid 1, VWEU)

  9. Mededinging – Administratieve procedure – Onderzoek van klachten – Verplichting tot motivering van het besluit om de klacht ad acta te leggen – Omvang

    (Art. 101 VWEU en 102 VWEU)

  10. Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen

    [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, c)]

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 33‑41)

  2.  De voorwaarden aan de hand waarvan kan worden bepaald of een stelsel van selectieve distributie met artikel 101 VWEU in overeenstemming is, kunnen ook worden gebruikt om te beoordelen of een stelsel van selectieve reparatie, dat valt onder de service na verkoop, schadelijke gevolgen voor de mededinging heeft. Stelsels van selectieve reparatie zijn bijgevolg met artikel 101, lid 1, VWEU in overeenstemming, mits zij objectief gerechtvaardigd, niet-discriminatoir en evenredig zijn.

    De organisatie van een stelsel van selectieve reparatie valt bijgevolg niet onder het verbod van artikel 101, lid 1, VWEU, mits de distributeurs worden gekozen op grond van objectieve criteria van kwalitatieve aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en zonder discriminatie worden toegepast, mits de eigenschappen van het betrokken product een dergelijk distributienetwerk noodzakelijk maken teneinde de kwaliteit ervan te behouden en het goed gebruik ervan te verzekeren en, tot slot, mits de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.

    Daarentegen hoeft niet te worden nagegaan of die stelsels niet tot gevolg hebben dat elke mededinging wordt uitgeschakeld. Wanneer aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, volstaat dit immers om een selectief stelsel als een met artikel 101, lid 1, VWEU verenigbare concurrentiefactor te beschouwen.

    (zie punten 50, 53‑55)

  3.  De instandhouding van het merkimago kan weliswaar geen beperking van de mededinging door invoering van een stelsel van selectieve reparatie van prestigehorloges rechtvaardigen, maar de doelstelling de kwaliteit van de producten te behouden en het goed gebruik ervan te verzekeren kan wel op zichzelf een dergelijke beperking rechtvaardigen.

    (zie punt 66)

  4.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 75‑80)

  5.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 87‑91, 106‑112)

  6.  De toepasselijkheid van artikel 101 VWEU op een overeenkomst staat niet in de weg aan de toepasselijkheid van artikel 102 VWEU op de gedragingen van de partijen bij die overeenkomst, voor zover aan de toepassingsvoorwaarden van beide bepalingen is voldaan. Het feit dat marktdeelnemers die aan een daadwerkelijke mededinging blootstaan een op grond van artikel 101 VWEU toegestane praktijk hanteren, betekent dus niet dat diezelfde praktijk, indien toegepast door een onderneming met een machtspositie, nooit misbruik van die positie kan opleveren. De vaststelling dat een gedraging op grond van artikel 101 VWEU geoorloofd is, betekent in beginsel dus niet dat wordt vastgesteld dat die gedraging op grond van artikel 102 VWEU geoorloofd is. Daarvoor moet worden nagegaan of aan de toepassingsvoorwaarden van die laatste bepaling is voldaan.

    Aangezien stelsels van selectieve reparatie van horloges niet onder artikel 101, lid 1, VWEU vallen omdat zij als concurrentiefactor worden beschouwd wanneer zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, mag de Commissie in het kader van de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover zij beschikt in het kader van het onderzoek van een klacht waarin aangifte is gedaan van het bestaan van een overeenkomst of een onderling afgestemde feitelijke gedraging en melding werd gemaakt van misbruik van een machtspositie die uit genoemd stelsel van selectieve reparatie voortvloeide, evenwel oordelen dat de verenigbaarheid van een dergelijk stelsel met artikel 101, lid 1, VWEU een aanwijzing vormt die, in combinatie met andere factoren, kan aantonen dat het weinig waarschijnlijk is dat dit tot gevolg heeft dat elke mededinging wordt uitgeschakeld in de zin van de rechtspraak over artikel 102 VWEU.

    (zie punten 94, 96)

  7.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 121‑123)

  8.  Wanneer over een lange periode progressief wordt beslist om levering te weigeren, mag worden geoordeeld dat die beslissingen niet het gevolg van een mededingingsregeling zijn, maar een reeks onafhankelijke commerciële beslissingen.

    (zie punt 127)

  9.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 135‑137)

  10.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 139, 140)