12.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 335/45


Beschikking van het Gerecht van 10 juni 2016 — Pshonka/Raad

(Zaak T-380/14) (1)

((„Beroep tot nietigverklaring - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne - Bevriezing van tegoeden - Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren - Plaatsing van verzoekers naam op die lijst - Beroepstermijn - Ontvankelijkheid - Bewijs van de gegrondheid van de plaatsing op de lijst - Kennelijk gegrond beroep”))

(2016/C 335/59)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Artem Viktorovych Pshonka (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: C. Constantina en J.-M. Reymond, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: V. Piessevaux en A. Vitro, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Bartelt en D. Gauci, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2014, L 66, blz. 26) en van verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB 2014, L 66, blz. 1), voor zover zij verzoeker betreffen.

Dictum

1)

Besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, worden nietig verklaard voor zover zij Artem Viktorovych Pshonka betreffen.

2)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van Pshonka.

3)

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.


(1)  PB C 261 van 11.8.2014.