Beschikking van het Hof (Derde kamer) van 7 mei 2015 –

Adler Modemärkte/BHIM

(Zaak C‑343/14 P) 1 ( 1 )

„Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Gemeenschapsmerk — Verordening (EG) nr. 40/94 — Artikel 8, lid 1, onder b) — Aanvraag tot inschrijving van het woordmerk MARINE BLEU — Oppositie door de houder van het woordmerk BLUMARINE — Relatieve weigeringsgronden — Verwarringsgevaar — Begripsmatige vergelijking”

1. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met het oudere merk — Beoordelingscriteria [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punt 31)

2. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Overeenstemming van de betrokken merken — Beoordelingscriteria [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punten 38, 39)

3. 

Hogere voorziening — Middelen — Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Niet-ontvankelijkheid — Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting — Middel inzake onjuiste opvatting van de feiten — Noodzaak om onjuist opgevatte elementen precies aan te geven en om de analysefouten die tot deze onjuiste opvatting hebben geleid, te bewijzen [Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d)] (cf. punt 43)

4. 

Hogere voorziening — Middelen — Ontoereikende of tegenstrijdige motivering — Ontvankelijkheid — Omvang van de motiveringsplicht (cf. punt 51)

5. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met het oudere merk — Zwak onderscheidend vermogen van het oudere merk — Invloed [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punten 59, 61)

Dictum

1) 

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) 

Adler Modemärkte AG wordt verwezen in de kosten.


( 1 )   PB C 351 van 6.10.2014.


Beschikking van het Hof (Derde kamer) van 7 mei 2015 –

Adler Modemärkte/BHIM

(Zaak C‑343/14 P) 1 ( 1 )

„Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Gemeenschapsmerk — Verordening (EG) nr. 40/94 — Artikel 8, lid 1, onder b) — Aanvraag tot inschrijving van het woordmerk MARINE BLEU — Oppositie door de houder van het woordmerk BLUMARINE — Relatieve weigeringsgronden — Verwarringsgevaar — Begripsmatige vergelijking”

1. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met het oudere merk — Beoordelingscriteria [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punt 31)

2. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Overeenstemming van de betrokken merken — Beoordelingscriteria [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punten 38, 39)

3. 

Hogere voorziening — Middelen — Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Niet-ontvankelijkheid — Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal — Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting — Middel inzake onjuiste opvatting van de feiten — Noodzaak om onjuist opgevatte elementen precies aan te geven en om de analysefouten die tot deze onjuiste opvatting hebben geleid, te bewijzen [Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d)] (cf. punt 43)

4. 

Hogere voorziening — Middelen — Ontoereikende of tegenstrijdige motivering — Ontvankelijkheid — Omvang van de motiveringsplicht (cf. punt 51)

5. 

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met het oudere merk — Zwak onderscheidend vermogen van het oudere merk — Invloed [Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, b)] (cf. punten 59, 61)

Dictum

1) 

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) 

Adler Modemärkte AG wordt verwezen in de kosten.


( 1 ) PB C 351 van 6.10.2014.