Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 21 mei 2015 –

Slovenská autobusová doprava Trnava

(Zaak C‑318/14) 1 ( 1 )

„Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Artikelen 49 VWEU en 52 VWEU — Vrijheid van vestiging — Verordening (EG) nr. 1370/2007 — Openbaar vervoer per spoor en over de weg — Vervoer per bus over de stedelijke lijnen van het openbaar vervoer — Vervoerder met zetel in een andere lidstaat die zijn werkzaamheden verricht via een bijkantoor — Verplichting om een speciale vergunning te bezitten — Discretionaire bevoegdheid van de bevoegde autoriteit — Openbaredienstovereenkomst”

Vrijheid van vestiging — Beperkingen — Stedelijk groepsvervoer over de weg op het grondgebied van een lidstaat — Nationale regeling die alleen van buitenlandse vervoerders met een bijkantoor in die lidstaat een bijzondere, door de bevoegde autoriteiten op discretionaire wijze verleende vergunning eist — Ontoelaatbaarheid — Rechtvaardiging — Geen (Art. 49 VWEU) (cf. punten 37‑42, 44, 47, 48‑50, 53 en dictum)

Dictum

Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat die alleen van buitenlandse vervoerders met een bijkantoor in die lidstaat een bijzondere, door de bevoegde autoriteiten op discretionaire wijze verleende vergunning eist om stedelijk groepsvervoer over de weg op het grondgebied van alleen die lidstaat te mogen verrichten.


( 1 )   PB C 351 van 6.10.2014.


Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 21 mei 2015 –

Slovenská autobusová doprava Trnava

(Zaak C‑318/14) 1 ( 1 )

„Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Artikelen 49 VWEU en 52 VWEU — Vrijheid van vestiging — Verordening (EG) nr. 1370/2007 — Openbaar vervoer per spoor en over de weg — Vervoer per bus over de stedelijke lijnen van het openbaar vervoer — Vervoerder met zetel in een andere lidstaat die zijn werkzaamheden verricht via een bijkantoor — Verplichting om een speciale vergunning te bezitten — Discretionaire bevoegdheid van de bevoegde autoriteit — Openbaredienstovereenkomst”

Vrijheid van vestiging — Beperkingen — Stedelijk groepsvervoer over de weg op het grondgebied van een lidstaat — Nationale regeling die alleen van buitenlandse vervoerders met een bijkantoor in die lidstaat een bijzondere, door de bevoegde autoriteiten op discretionaire wijze verleende vergunning eist — Ontoelaatbaarheid — Rechtvaardiging — Geen (Art. 49 VWEU) (cf. punten 37‑42, 44, 47, 48‑50, 53 en dictum)

Dictum

Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat die alleen van buitenlandse vervoerders met een bijkantoor in die lidstaat een bijzondere, door de bevoegde autoriteiten op discretionaire wijze verleende vergunning eist om stedelijk groepsvervoer over de weg op het grondgebied van alleen die lidstaat te mogen verrichten.


( 1 ) PB C 351 van 6.10.2014.