16.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 56/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud (Tjechië) op 13 november 2014 — Český telekomunikační úřad/T-Mobile Czech Republic a.s. en Vodafone Czech Republic a.s.
(Zaak C-508/14)
(2015/C 056/05)
Procestaal: Tjechisch
Verwijzende rechter
Nejvyšší správní soud
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Český telekomunikační úřad
Verwerende partijen: T-Mobile Czech Republic a.s., Vodafone Czech Republic a.s.
Andere partijen: O2 Czech Republic a.s. (tot 20 juni 2014: Telefónica Czech Republic, a.s.), UPC Česká republika, s.r.o.
Prejudiciële vragen
1) |
Moeten de artikelen 12 en 13 van richtlijn 2002/22/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten („de Richtlijn”) aldus worden uitgelegd dat het daarin vervatte begrip „nettokosten” voor het aanbieden van die dienst eraan in de weg staat dat een „redelijke winstmarge” wordt opgenomen in het bedrag van de vastgestelde nettokosten van die dienst? |
2) |
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, hebben die bepalingen van de richtlijn (de artikelen 12 en 13) dan rechtstreekse werking? |
3) |
Indien de artikelen 12 en 13 van de Richtlijn rechtstreekse werking hebben, mag die werking dan worden ingeroepen tegen een commercieel bedrijf waarin een lidstaat 51 % van de aandelen houdt (beheert) — in dit geval, O2 Czech Republic, a.s. (is het een „overheidsentiteit”) of niet? |
4) |
Indien de eerste drie vragen bevestigend worden beantwoord, mag de Richtlijn dan ook worden toegepast op betrekkingen die zijn ontstaan vóór de toetreding van Tjechië tot de Europese Unie (van 1 januari tot en met 30 april 2004)? |