8.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 439/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Аdministrativen sad — Varna (Bulgarije) op 8 oktober 2014 — Asparuhovo Lake Investment Company OOD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
(Zaak C-463/14)
(2014/C 439/33)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Аdministrativen sad — Varna
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Asparuhovo Lake Investment Company OOD
Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
Prejudiciële vragen
1) |
Dienen artikel 24, lid 1, en artikel 25, sub b, van richtlijn 2006/112 (1) aldus te worden uitgelegd dat het begrip „dienst” zich eveneens uitstrekt tot abonnementen voor het verrichten van adviesdiensten zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, waarbij de dienstverrichter, die beschikt over gekwalificeerd personeel voor het verrichten van de diensten, zich ter beschikking stelt van de opdrachtgever voor de duur van de overeenkomst en zich ertoe verbonden heeft met concurrenten van de opdrachtgever geen overeenkomsten te sluiten met een vergelijkbaar voorwerp? |
2) |
Dienen artikel 64, lid 1, en artikel 63 van richtlijn 2006/112 aldus te worden uitgelegd dat het belastbare feit bij adviesdiensten die het voorwerp uitmaken van een abonnement, plaatsvindt wanneer de periode afloopt waarvoor de betaling werd overeengekomen, ongeacht of en hoe vaak de opdrachtgever gebruik heeft gemaakt van de diensten waarvoor de consulent zich te zijner beschikking heeft gesteld? |
3) |
Dient artikel 62, lid 2, van richtlijn 2006/112 aldus te worden uitgelegd dat degene die in het kader van een abonnement voor begeleiding de diensten verricht, verplicht is belasting over de toegevoegde waarde ter zake van de diensten aan te rekenen wanneer de periode afloopt waarvoor de abonnementsvergoeding werd overeengekomen, of ontstaat deze verplichting slechts als de opdrachtgever in het desbetreffende belastingtijdvak gebruik heeft gemaakt van de diensten van de consulent? |
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).