1.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 431/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechische Republiek) op 25 augustus 2014 — Marie Matoušková, executeur/Misha Martinus en Elisabeth Jekaterina Martinus, vertegenwoordigd door David Sedlák als bewindvoerder, Beno Jeriël Eljada Martinus
(Zaak C-404/14)
(2014/C 431/16)
Procestaal: Tsjechisch
Verwijzende rechter
Nejvyšší soud České republiky
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Marie Matoušková, executeur
Partijen bij de erfrechtprocedure: Misha Martinus en Elisabeth Jekaterina Martinus, vertegenwoordigd door David Sedlák als bewindvoerder, Beno Jeriël Eljada Martinus
Prejudiciële vraag
Indien een bewindvoerder voor een minderjarige een overeenkomst tot regeling van de nalatenschap sluit, voor de geldigheid waarvan de goedkeuring van een gerecht vereist is, betreft de beslissing van het gerecht dan een materie als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 2201/2003 (1) van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000, dan wel een materie als bedoeld in artikel 1, lid 3, sub f, van die verordening?