8.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 439/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Rüsselsheim (Duitsland) op 11 augustus 2014 — Juergen Schneider, Erika Schneider/Condor Flugdienst GmbH

(Zaak C-382/14)

(2014/C 439/23)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Amtsgericht Rüsselsheim

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Juergen Schneider, Erika Schneider

Verwerende partij: Condor Flugdienst GmbH

Prejudiciële vragen

1)

Moeten de buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3, van de verordening (1) direct de geboekte vlucht betreffen?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord: hoeveel vorige vluchten met het voor de geplande vlucht ingezette vliegtuig zijn relevant om te spreken van buitengewone omstandigheden? Bestaat er een tijdslimiet waarbinnen buitengewone omstandigheden tijdens vorige vluchten in aanmerking kunnen worden genomen? Zo ja, hoe moet die worden berekend?

3)

Indien ook buitengewone omstandigheden tijdens vorige vluchten voor een latere vlucht relevant zijn: moeten de redelijke maatregelen die de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, volgens artikel 5, lid 3, van de verordening moet treffen, alleen ertoe strekken buitengewone omstandigheden te voorkomen dan wel ook beogen een langere vertraging te vermijden?


(1)  Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46, blz. 1).