7.7.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 212/22 |
Beroep ingesteld op 12 mei 2014 — Europese Commissie/Ierland
(Zaak C-236/14)
2014/C 212/25
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Hetsch, K. Herrmann, L. Armati, gemachtigden)
Verwerende partij: Ierland
Conclusies
— |
vaststellen dat Ierland, door niet de bepalingen vast te stellen ter omzetting in nationaal recht van de definities van artikel 2, sub f, h, m, n en o, en van de vereisten van artikel 3, leden 2 en 4, artikel 5, artikel 13, lid 1, sub a tot en met e, artikel 15, lid 6, sub e, artikel 16, leden 1, 3, 5, 6 en 7, tweede volzin, en 8, artikel 17, leden 1 tot en met 5, artikel 17, lid 6, betreffende vloeibare biomassa, artikel 17, lid 8, artikel 18, leden 1 en 3, betreffende vloeibare biomassa, artikel 18, lid 7, artikel 19, leden 1 en 3, artikel 21, lid 1, tweede volzin, en bijlagen II tot en met V en VII van richtlijn 2009/28/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 27, lid 1, van deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— |
Ierland krachtens artikel 260, lid 3, VWEU een dwangsom opleggen van 25 447,50 EUR per dag, te rekenen vanaf de datum van het arrest van het Hof en te betalen op de rekening van de eigen middelen van de Unie, wegens niet-nakoming van de verplichting tot mededeling van de maatregelen tot omzetting van een volgens een wetgevingsprocedure aangenomen richtlijn; en |
— |
Ierland verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 5 december 2010 verstreken.