21.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/8


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoúlio tis Epikrateías (Griekenland) op 7 mei 2014 — Konstantínos Maïstréllis/Ypourgos Dikaiosynis, Diafaneias kai Anthropínon Dikaiomaton

(Zaak C-222/14)

2014/C 235/11

Procestaal: Grieks

Verwijzende rechter

Symvoúlio tis Epikrateías

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Konstantínos Maïstréllis

Verwerende partij: Ypourgos Dikaiosynis, Diafaneias kai Anthropínon Dikaiomaton

Prejudiciële vraag

Moeten de bepalingen van richtlijn 96/34/ΕG (1) en richtlijn 2006/54/ΕG (2), zoals te dezen van toepassing, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling zoals het omstreden artikel 53, lid 3, derde alinea, van wet nr. 3528/2007, volgens welke een werknemer geen recht heeft op ouderschapsverlof wanneer zijn echtgenote niet werkt of geen beroep uitoefent, tenzij de laatste wegens een ernstige aandoening of ernstig letsel geacht wordt niet in staat te zijn om naar behoren voor het kind te zorgen?


(1)  Richtlijn 96/34/EG van de Raad van 3 juni 1996 betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof (PB L 145, blz. 4).

(2)  Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking) (PB L 204, blz. 23).