26.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 159/18


Beroep ingesteld op 24 maart 2014 — Europese Commissie/Republiek Bulgarije

(Zaak C-141/14)

2014/C 159/24

Procestaal: Bulgaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. White, P. Mihaylova, C. Hermes)

Verwerende partij: Republiek Bulgarije

Conclusies

De Commissie verzoekt het volgende vast te stellen:

De Republiek Bulgarije heeft, doordat zij de voor instandhouding van vogels belangrijke zones niet volledig in de bijzondere beschermingszone „Kaliakra” heeft opgenomen, niet de naar aantal en oppervlakte meest geschikte zones voor de instandhouding van biologische soorten volgens bijlage I bij richtlijn 2009/147/EG (1) en voor de instandhouding van de niet in bijlage I vermelde regelmatig voorkomende trekvogelsoorten in de geografische zee- en landzone waar richtlijn 2009/147/EG van toepassing is, als bijzondere beschermingszone aangewezen. Derhalve is de Republiek Bulgarije haar verplichtingen krachtens artikel 4, leden 1 en 2, van richtlijn 2009/147/EG niet nagekomen.

De Republiek Bulgarije is door toe te stemmen in de projecten „AES Geo Enerdzhi” OOD, „Uindteh” OOD, „Brestiom” OOD, „Disib” OOD, „Eko Enerdzhi” OOD en „Longman Investmant” OOD in de voor instandhouding van vogels belangrijke zone „Kaliakra”, die niet als bijzondere beschermingszone is aangewezen, maar als zodanig had moeten worden aangewezen, haar verplichtingen krachtens artikel 4, lid 4, van richtlijn 2009/147/EG, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaken C-96/98 en C-374/98, niet nagekomen.

De Republiek Bulgarije is door toe te stemmen in projecten in de bijzondere beschermingszone „Kaliakra”, in de zone van gemeenschappelijk belang „Kompleks Kaliakra” en in de bijzondere beschermingszone„Belite Skali” („Kaliakra uind pauar” AD, „EVN Enertrag Kavarna” OOD, „TSID — Atlas” EOOD, „Vertikal — Petkov i s-ie” OOD, Golfplatz und Spa-Kurort „Treyshan Klifs Golf end Spa Rezort” OOD) haar verplichtingen krachtens artikel 6, lid 2, van richtlijn 92/43/EWG (2), zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaken C-117/03 en C-244/05, niet nagekomen, daar zij niet de geschikte maatregelen tegen verslechtering van de natuurlijke leefgebieden en de habitats van biologische soorten en verstoring van de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen, heeft genomen.

De Republiek Bulgarije is doordat de cumulatieve gevolgen van de projecten waarin in de voor de instandhouding van de vogels belangrijke en niet als bijzondere beschermingszone aangewezen zone „Kaliakra” is toegestemd („AES Geo Enerdzhi” OOD, „Uindteh” OOD, „Brestiom” OOD, „Disib” OOD, „Eko Enerdzhi” OOD en „Longman Investmant” OOD), niet naar behoren zijn getoetst, haar verplichtingen krachtens artikel 2, lid 1, juncto artikel 4, leden 2 en 3, en bijlage III, punt 1, sub b, van richtlijn 2011/92/EU (3) niet nagekomen.

De Commissie verzoekt,

de Republiek Bulgarije te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Republiek Bulgarije heeft de zone „Kaliakra” niet tot de grenzen van de voor instandhouding van de vogels belangrijke zone „Kaliakra” als bijzondere beschermingszone aangewezen; dat is een schending van de vogelrichtlijn.

De Republiek Bulgarije heeft door toe te stemmen in een aantal projecten voor economische activiteiten in de bijzondere beschermingszone „Kaliakra”, in de bijzonder beschermingszone „Belite skali” en in de zone van gemeenschappelijk belang „Kompleks Kaliakra”, de vogelrichtlijn, de habitatrichtlijn en de MEB-richtlijn geschonden, omdat zij de verstoring of de aanzienlijke verslechtering van bevoorrechte unieke leefgebieden en habitats van soorten alsook de verstoring van soorten heeft toegestaan en geen rekening heeft gehouden met de cumulatieve werking van een groot aantal projecten.


(1)  Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20, blz. 7).

(2)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206, blz. 7).

(3)  Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Voor de EER relevante tekst) (PB L 26, blz. 1).