Zaak C‑383/14

Établissement national des produits de l’agriculture et de la mer (FranceAgriMer)

tegen

Sodiaal International SA

[verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk)]

„Prejudiciële verwijzing — Bescherming van de financiële belangen van de Unie — Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 — Artikel 3 — Terugvordering van communautaire steun — Administratieve sanctie — Administratieve maatregel — Verjaringstermijn”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 3 september 2015

  1. Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Methoden – Letterlijke, systematische en teleologische uitlegging

  2. Eigen middelen van de Europese Unie – Verordening betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Unie – Vervolging van onregelmatigheden – Verjaringstermijn – Toepasselijkheid zowel op met een administratieve sanctie strafbare als voor een administratieve maatregel vatbare onregelmatigheden

    (Verordening nr. 2988/95 van de Raad, art. 3, leden 1‑3, 4 en 5)

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punt 27)

  2.  Artikel 3, lid 1, vierde alinea, van verordening nr. 2988/95 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen moet aldus worden uitgelegd dat de daarin bedoelde verjaring niet alleen van toepassing is op de vervolging van onregelmatigheden die leiden tot de oplegging van administratieve sancties in de zin van artikel 5 van die verordening, maar ook op vervolgingen die leiden tot het treffen van administratieve maatregelen in de zin van artikel 4 van deze verordening. Deze uitlegging laat artikel 3, lid 3, van verordening nr. 2988/95, volgens hetwelk het de lidstaten vrij staat een langere termijn toe te passen dan de in de leden 1 respectievelijk 2 van dat artikel 3 bepaalde, onverlet.

    (cf. punten 32, 33 en dictum)