30.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/8


Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 3 september 2015 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Cluj — Roemenië) — Petru Chiş (C-585/14), Aurel Moldovan (C-587/14)/Administrația Județeană a Finanțelor Publice Cluj en Sergiu Octav Constantinescu (C-588/14)/Administrația Județeană a Finanțelor Publice Sălaj

(Gevoegde zaken C-585/14, C-587/14 en C-588/14) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Binnenlandse belastingen - Artikel 110 VWEU - Heffing door een lidstaat op motorvoertuigen bij de eerste registratie of de eerste overdracht van het eigendomsrecht - Fiscale neutraliteit van tweedehands motorvoertuigen afkomstig uit andere lidstaten en vergelijkbare motorvoertuigen op de nationale markt))

(2015/C 398/10)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Cluj

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Petru Chiş (C-585/14), Aurel Moldovan (C-587/14), Sergiu Octav Constantinescu (C-588/14)

Verwerende partijen: Administrația Județeană a Finanțelor Publice Cluj (C-585/14, C-587/14), Administrația Județeană a Finanțelor Publice Sălaj (C-588/14)

Dictum

1)

Artikel 110 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat een lidstaat een heffing op motorvoertuigen invoert zoals neergelegd in Legea nr. 9/2012 privind taxa pentru emisiile poluante provenite de la autovehicule (wet nr. 9/2012 van 6 januari 2012 op verontreinigende emissies van motorvoertuigen) die geheven wordt bij de eerste registratie in die lidstaat van ingevoerde tweedehands motorvoertuigen en bij de eerste overdracht van het eigendomsrecht in die lidstaat van reeds geregistreerde motorvoertuigen.

2)

Artikel 110 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een lidstaat al geregistreerde motorvoertuigen waarvoor een eerder geldende heffing is betaald, vrijstelt van een heffing zoals neergelegd in wet nr. 9/2012, indien de restheffing die begrepen is in de waarde van de motorvoertuigen minder bedraagt dan de nieuwe heffing. Dat is noodzakelijkerwijze het geval indien de eerdere heffing als gevolg van onverenigbaarheid met het recht van de Unie vermeerderd met rente moest worden gerestitueerd.


(1)  PB C 107 van 30.3.2015.