19.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 343/4


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 21 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — SIA „VM Remonts” (voorheen SIA „DIV un Ko”), SIA „Ausma grupa”/Konkurences padome en Konkurences padome/SIA „Pārtikas kompānija”

(Zaak C-542/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Mededinging - Artikel 101, lid 1, VWEU - Zuiver interne situatie - Toepassing van een vergelijkbare nationale regeling - Bevoegdheid van het Hof - Onderling afgestemde feitelijke gedraging - Aansprakelijkheid van een onderneming voor de handelingen van een dienstverrichter - Voorwaarden))

(2016/C 343/05)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: SIA „VM Remonts” (voorheen SIA „DIV un Ko”), SIA „Ausma grupa”, Konkurences padome

Verwerende partijen: Konkurences padome, SIA „Pārtikas kompānija”

Dictum

Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een onderneming in beginsel slechts aansprakelijk kan worden gesteld voor een onderling afgestemde feitelijke gedraging ten gevolge van de handelingen van een onafhankelijke dienstverrichter die voor haar diensten verricht, indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

de dienstverrichter werkte in werkelijkheid onder het gezag of toezicht van de betrokken onderneming, of

die onderneming was op de hoogte van de mededingingsverstorende doelstellingen van haar concurrenten en de dienstverrichter en heeft met haar eigen gedrag willen bijdragen aan de verwezenlijking daarvan, of

die onderneming kon de mededingingsverstorende handelingen van haar concurrenten en de dienstverrichter redelijkerwijs voorzien en was bereid het risico ervan te aanvaarden.


(1)  PB C 56 van 16.12.2015.