22.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/8


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 december 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberster Gerichtshof — Oostenrijk) — Gebhart Hiebler/Walter Schlagbauer

(Zaak C-293/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2006/123/EG - Werkingssfeer ratione materiae - Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag - Beroep van schoorsteenveger - Taken op het gebied van de brandpreventie en de brandveiligheid - Territoriale beperking van de bedrijfsvergunning - Dienst van algemeen economisch belang - Noodzaak - Evenredigheid))

(2016/C 068/10)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gebhart Hiebler

Verwerende partij: Walter Schlagbauer

Dictum

1)

Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt moet aldus worden uitgelegd dat zij van toepassing is op de uitoefening van een beroep zoals het in het hoofdgeding aan de orde zijnde beroep van schoorsteenveger, in zijn geheel beschouwd, ook al houdt dat beroep niet alleen de vervulling van particuliere economische activiteiten in, maar ook van taken op het gebied van de brandpreventie en de brandveiligheid.

2)

De artikelen 10, lid 4, en 15, leden 1, 2, onder a), en 3, van richtlijn 2006/123 moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die de vergunning voor de uitoefening van het beroep van schoorsteenveger, in zijn geheel beschouwd, beperkt tot een bepaald geografisch district, wanneer die regeling niet coherent en systematisch de verwezenlijking van de doelstelling van bescherming van de volksgezondheid nastreeft, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

Artikel 15, lid 4, van richtlijn 2006/123 moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een dergelijke regeling in het geval dat de taken op het gebied van de brandpreventie en de brandveiligheid zouden moeten worden aangemerkt als taken die verband houden met een dienst van algemeen economisch belang, mits de vastgestelde territoriale beperking noodzakelijk is voor en evenredig is aan de uitoefening van die taken onder economisch levensvatbare omstandigheden. Het staat aan de verwijzende rechter om dat na te gaan.


(1)  PB C 303 van 8.9.2014.