8.8.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/3 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 2 juni 2016 — Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden
(Zaak C-233/14) (1)
((Niet-nakoming - Artikelen 18, 20 en 21 VWEU - Burgerschap van de Unie - Recht van verkeer en verblijf - Discriminatie op grond van nationaliteit - Aan nationale studenten toegekende reisvoorziening - Richtlijn 2004/38/EG - Artikel 24, lid 2 - Afwijking van het beginsel van gelijke behandeling - Steun voor levensonderhoud voor studies in de vorm van een studiebeurs of -lening - Draagwijdte - Vormvereisten voor het inleidend verzoekschrift - Coherente uiteenzetting van de grieven))
(2016/C 287/04)
Procestaal: Nederlands
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. van Beek en C. Gheorghiu, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: M. Bulterman en C. Schillemans, gemachtigden)
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten. |