22.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 205/9


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 23 april 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal de grande instance de Nîmes — Frankrijk) — Jean-Claude Van Hove/CNP Assurances SA

(Zaak C-96/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen - Verzekeringsovereenkomst - Artikel 4, lid 2 - Beoordeling van het oneerlijke karakter van contractuele bedingen - Uitsluiting van bedingen betreffende het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst - Beding dat ertoe strekt de aflossing van een hypothecaire lening te garanderen - Volledige arbeidsongeschiktheid van de kredietnemer - Uitsluiting van die dekking wanneer de betrokkene geschikt wordt verklaard om een al dan niet bezoldigde activiteit uit te oefenen))

(2015/C 205/12)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal de grande instance de Nîmes

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Jean-Claude Van Hove

Verwerende partij: CNP Assurances SA

Dictum

Artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat een beding in een verzekeringsovereenkomst dat ertoe strekt de betaling van de aan de kredietgever verschuldigde aflossingen te garanderen in geval van volledige arbeidsongeschiktheid van de kredietnemer slechts onder de in die bepaling bedoelde uitzondering valt voor zover de verwijzende rechter vaststelt dat dat beding:

ten eerste, gelet op de aard, de algehele opzet en de voorwaarden van het contractuele kader waarvan het deel uitmaakt alsook op de juridische en feitelijke context ervan, een kernprestatie van dat contractuele kader vastlegt, die er als zodanig kenmerkend voor is en

ten tweede duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd, dat wil zeggen dat het beding uit grammaticaal oogpunt begrijpelijk is voor de consument en dat bovendien in de overeenkomst de concrete werking van het mechanisme waarop het betrokken beding betrekking heeft, alsook de verhouding tussen dit mechanisme en het mechanisme dat is voorgeschreven door andere bedingen op een transparante wijze wordt uiteengezet, zodat de consument op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien, kan inschatten.


(1)  PB C 142 van 12.5.2014.