26.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 26/8


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 20 november 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Direction générale des douanes et droits indirects, Chef de l’agence de poursuites de la Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières, Direction régionale des douanes et droits indirects de Lyon/Utopia SARL

(Zaak C-40/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Douane-unie en gemeenschappelijk douanetarief - Vrijstelling van invoerrechten - Speciaal voor laboratoriumgebruik gefokte dieren - Openbare instelling, instelling van openbaar nut of particuliere instelling die toestemming heeft - Importeur die dergelijke instellingen als afnemer heeft - Verpakkingsmiddelen - Kooien voor dierentransport))

(2015/C 026/10)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Direction générale des douanes et droits indirects, Chef de l’agence de poursuites de la Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières, Direction régionale des douanes et droits indirects de Lyon

Verwerende partij: Utopia SARL

Dictum

1)

Artikel 60 van verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen, zoals gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassingen van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, moet aldus worden uitgelegd dat een importeur die op het grondgebied van de Europese Unie speciaal voor laboratoriumgebruik gefokte dieren invoert die zijn bestemd voor een openbare instelling, een instelling van openbaar nut of een particuliere instelling die toestemming heeft, met als voornaamste bezigheid het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek, voor deze soort goederen in aanmerking kan komen voor vrijstelling van invoerrechten in de zin van dit artikel, ook als hij niet zelf een dergelijke instelling is.

2)

Algemene regel 5, sub b, van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003, moet aldus worden uitgelegd dat kooien voor het transport van voor laboratoriumgebruik gefokte levende dieren niet vallen onder de categorie verpakkingsmiddelen die moeten worden ingedeeld met de verpakte goederen.


(1)  PB C 102 van 7.4.2014.