2.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 156/2


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 maart 2016 — Europese Commissie/Republiek Malta

(Zaak C-12/14) (1)

([Niet-nakoming - Sociale zekerheid - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 46 ter - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikel 54 - Ouderdomspensioenen - Anticumulatieregels - Personen die een ouderdomspensioen ontvangen krachtens de nationale regeling en een ambtenarenpensioen krachtens een regeling van een andere lidstaat - Vermindering van het bedrag van het ouderdomspensioen])

(2016/C 156/02)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Mifsud-Bonnici en D. Martin, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Malta (vertegenwoordigers: A. Buhagiar en P. Grech, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: C. Pesendorfer en G. Hesse, gemachtigden), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: J. Beeko, S. Behzadi-Spencer en V. Kaye, gemachtigden, bijgestaan door T. de la Mare, QC)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.

3)

De Republiek Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 159 van 26.5.2014.