16.3.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/27 |
Beroep ingesteld op 23 januari 2013 — Meta Group/Europese Commissie
(Zaak T-34/13)
2013/C 79/48
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Meta Group Srl (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: A. Bartolini, V. Colcelli en A. Formica, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
Verzoekster verzoekt het Gerecht om nietigverklaring van:
— |
nota nr. 1687862van DG Ondernemingen en industrie van 11 december 2012; |
— |
het financiëlecontroleverslag nr. S12.16817; |
en voor zover noodzakelijk:
— |
de nota van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 12 november 2012, betreffende „Betaling door verrekening van vorderingen van de Commissie”, waarbij de Commissie heeft meegedeeld dat de vordering van 69 061,80 EUR van META GROUP op de Commissie uit de overeenkomst Take-it-Up (nr. 245637) is verrekend met de corresponderende schuld die blijkt uit debetnota nr. 32412078833; |
— |
nota nr. 1380282 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 21 november 2012, betreffende verrekening van de vordering van 16 772,36 EUR van de Meta Group op de Commissie uit overeenkomst BCreative (nr. 245599) met de corresponderende schuld die blijkt uit debetnota nr. 32412078833; |
— |
nota nr. 1380323 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 21 november 2012, betreffende verrekening van de vordering van 16 772,36 EUR van de META Group op de Commissie uit overeenkomst BCreative met de corresponderende, even hoge schuld; |
— |
nota nr. 1387638 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 22 november 2012, betreffende de verrekening van de vordering van 220 518,25 EUR van META GROUP op de Commissie uit de overeenkomsten Take-it-Up (nr. 245637) en Ecolink+ (nr. 256224) met het bedrag van 209 108,92 EUR dat blijkt uit debetnota nr. 32412078833; |
— |
de dienst dientengevolge te veroordelen tot betaling aan verzoekster van het bedrag van 424 787,90 EUR, vermeerderd met vertragingsrente; |
— |
de dienst te veroordelen tot vergoeding van de gevolgschade die verzoekster heeft geleden. |
Kosten rechtens.
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep heeft betrekking op de subsidieovereenkomsten die zijn gesloten tussen verzoekster en de Commissie in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (KCI).
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.
1) |
Eerste middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten, schending van de bepaling in amendment 1 van de overeenkomst ECOLINK+ van 14 oktober 2011, schending van het vertrouwensbeginsel, schending van de beginselen van de bescherming van verworven rechten, rechtszekerheid en zorgvuldigheid.
|
2) |
Tweede middel: schending van artikel 11 van de subsidieovereenkomsten voor het KCI-programma (BCreative, Take-IT-Up, Ecolink+), schending van het redelijkheidsbeginsel en kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten.
|
3) |
Derde middel: schending van het beginsel van evenredigheid van het bestuurlijke optreden en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, transparantie en tevoren bepaalde criteria.
|
4) |
Vierde middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten, schending van de bepalingen in amendment 1 van de overeenkomst ECOLINK+ van 14 oktober 2011, en schending van het vertrouwensbeginsel, de beginselen van goede trouw, bescherming van verworven rechten, rechtszekerheid en zorgvuldigheid.
|
5) |
Vijfde middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en motiveringsgebrek.
|
6) |
Zesde middel: kennelijk onjuiste berekening van de bedragen waarop verzoekster recht heeft.
|