15.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 78/4


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado Mercantil no 3 de Barcelona (Spanje) op 27 december 2013 — Gimnasio Deportivo San Andrés, S.L., andere partijen: Gemma Atarés París en Agencia Estatal de la Administración Tributaria

(Zaak C-688/13)

2014/C 78/08

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado Mercantil de Barcelona

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gimnasio Deportivo San Andrés, S.L.

Andere partijen: Gemma Atarés París en Agencia Estatal de la Administración Tributaria

Prejudiciële vragen

1)

Moet de garantie dat de schulden die uit vóór de overname van de productie-eenheid ontstane socialezekerheidsverplichtingen of uit voormalige arbeidsovereenkomsten of -verhoudingen voortvloeien, niet overgaan op de verkrijger van een onderneming in staat van faillissement of van een productie-eenheid daarvan, mits de insolventieprocedure een bescherming biedt die ten minste gelijkwaardig is aan die waarin de gemeenschapsrichtlijnen voorzien, worden geacht enkel en uitsluitend te gelden met betrekking tot de verplichtingen die rechtstreeks verband houden met de arbeidsovereenkomsten of -verhoudingen, of dient deze garantie met het oog op een volledige bescherming van de rechten van de werknemers en het behoud van de arbeidsplaatsen te worden verruimd tot vorderingen uit arbeid of socialezekerheidsschulden die vóór de overdracht aan een derde zijn ontstaan?

2)

Kan in ditzelfde kader van de bescherming van de rechten van de werknemers de rechter die kennis neemt van het faillissement en de overgang van de productie-eenheid toestaat, de verkrijger daarvan niet alleen een garantie bieden met betrekking tot de rechten uit arbeidsovereenkomsten, maar ook met betrekking tot eventuele vóór de overgang ontstane schulden van de gefailleerde aan werknemers van wie het dienstverband reeds is beëindigd of aan de sociale zekerheid?

3)

Beschikt de verkrijger van een onderneming in staat van faillissement of van een productie-eenheid daarvan, die zich verbindt tot voortzetting van alle of een gedeelte van de arbeidsovereenkomsten, waarin hij wordt gesubrogeerd, over de garantie dat hem niet kunnen worden tegengeworpen noch op hem kunnen overgaan andere verplichtingen van de vervreemder die verband houden met de arbeidsovereenkomsten of -verhoudingen waarin hij wordt gesubrogeerd, in het bijzonder eerder ontstane arbeidsgerelateerde risico’s of socialezekerheidsschulden?

4)

Kan richtlijn 2001/23 (1), wat de overgang betreft van productie-eenheden of van ondernemingen die langs gerechtelijke of langs administratieve weg insolvent en in staat van liquidatie zijn verklaard, aldus worden uitgelegd dat zij niet alleen de bescherming van arbeidsovereenkomsten toestaat, maar ook de zekerheid biedt dat de verkrijger niet hoeft in te staan voor schulden die zijn ontstaan voor de overgang van die productie-eenheid?

5)

Is artikel 149, lid 2, van de Spaanse faillissementswet, voor zover dit artikel de overgang van ondernemingen betreft, de door artikel 5, lid 2, sub a, van richtlijn 23/2001 voor de toepassing van de uitzondering vereiste omzetting in nationaal recht?

6)

En, indien dit het geval is, is de beschikking van de faillissementsrechter inzake de met die garanties en waarborgen omgeven overgang onder alle omstandigheden bindend voor alle andere rechterlijke instanties of in administratieve procedures die eventueel tegen de nieuwe verkrijger kunnen worden ingeleid met betrekking tot schulden die zijn ontstaan vóór de overgangsdatum, met als gevolg dat artikel 44 van het Estatuto de los Trabajadores werking van het bepaalde in artikel 149, leden 2 en 3, van de Spaanse faillissementswet niet kan doorkruisen?

7)

Indien daarentegen artikel 149, leden 2 en 3, van de Spaanse faillissementswet niet als de uitwerking van de uitzondering van artikel 5 van de richtlijn kan worden beschouwd, wordt het Hof van Justitie verzocht om uitsluitsel over de vraag of de regeling van artikel 3, lid 1 van de richtlijn uitsluitend betrekking heeft op de uit de bestaande arbeidsovereenkomsten in strikte zin voortvloeiende rechten en verplichtingen, zodat rechten of verplichtingen zoals die welke voortvloeien uit socialezekerheidsbijdragen of andere verplichtingen uit hoofde van arbeidsovereenkomsten die reeds zijn beëindigd vóór de inleiding van de insolventieprocedure, in geen geval geacht kunnen worden te zijn overgegaan op de verkrijger?


(1)  Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82, blz. 16).