7.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/3


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 30 augustus 2013 — Heidemarie Retzlaff/easyJet Airline Co. Ltd

(Zaak C-476/13)

2013/C 359/04

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Heidemarie Retzlaff

Verwerende partij: easyJet Airline Co. Ltd

Prejudiciële vragen

1)

Kan een door het nationale recht toegekend recht op schadevergoeding, dat strekt tot vergoeding van extra reiskosten die wegens annulering van een geboekte vlucht zijn ontstaan, in mindering worden gebracht op het recht op compensatie van artikel 7 van de verordening (1), wanneer de luchtvaartmaatschappij aan haar verplichtingen van artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 1, van de verordening heeft voldaan?

2)

Indien aftrek mogelijk is, geldt dit dan tevens voor de kosten van vervangend vervoer naar de eindbestemming van de vliegreis?

3)

Kan de luchtvaartmaatschappij, voor zover aftrek mogelijk is, deze altijd toepassen, of is dit afhankelijk van de mate waarin het nationale recht haar dit toestaat of dit naar oordeel van de rechter passend is?

4)

Voor zover het nationale recht relevant is dan wel de rechter discretionair moet beslissen: strekt de compensatie van artikel 7 van de verordening enkel tot vergoeding van het ongemak en het door de passagiers wegens de annulering geleden tijdverlies compenseren, of ook tot vergoeding van materiële schade?


(1)  Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46, blz. 1)