7.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 260/36


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud (Tsjechië) op 11 juli 2013 — Ministerstvo práce a sociálních věcí/K. B.

(Zaak C-394/13)

2013/C 260/66

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší správní soud (Tsjechië)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ministerstvo práce a sociálních věcí

Verwerende partij: K. B.

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 76 van verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, aldus worden uitgelegd dat de Tsjechische Republiek bevoegd is voor de toekenning van gezinsbijslag in de vorm van een ouderschapstoelage in omstandigheden als die van het hoofdgeding, waarin verzoekster, haar echtgenoot en haar kind in Frankrijk wonen, verzoeksters echtgenoot daar een beroepsactiviteit uitoefent, het belangencentrum van het gezin daar is gelegen en verzoekster in Frankrijk de PAJE-gezinsbijslag (prestation d’accueil du jeune enfant) zonder enige beperking heeft ontvangen?

Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt:

2)

Moeten de overgangsbepalingen van verordening (EG) nr. 883/2004 (2) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat de Tsjechische Republiek daarbij de verplichting wordt opgelegd gezinsbijslag toe te kennen na 30 april 2010, hoewel de bevoegdheid van een lidstaat vanaf 1 mei 2010 kan worden beïnvloed door de nieuwe definitie van de woonplaats, zoals die is vervat in verordening (EG) nr. 987/2009 (3) van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (artikelen 22 e.v.)?

Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend luidt:

3)

Moet verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (meer bepaald artikel 87 daarvan) aldus worden uitgelegd dat de Tsjechische Republiek in omstandigheden als die van het hoofdgeding vanaf 1 mei 2010 de voor de toekenning van gezinsbijslag bevoegde staat is?


(1)  PB L 149, blz. 2.

(2)  PB L 166, blz. 1.

(3)  PB L 284, blz. 1.