31.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 252/15


Hogere voorziening ingesteld op 27 mei 2013 door Bilbaína de Alquitranes, SA, Cindu Chemicals BV, Deza, a.s., Industrial Química del Nalón, SA, Koppers Denmark A/S, Koppers UK Ltd, Rütgers Germany GmbH, Rütgers Belgium NV en Rütgers Poland Sp. z o.o. tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer — Uitgebreid) van 7 maart 2013 in zaak T-93/10, Bilbaina de Alquitranes e.a./Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(Zaak C-287/13 P)

2013/C 252/23

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Bilbaína de Alquitranes, SA, Cindu Chemicals BV, Deza, a.s., Industrial Química del Nalón, SA, Koppers Denmark A/S, Koppers UK Ltd, Rütgers Germany GmbH, Rütgers Belgium NV en Rütgers Poland Sp. z o.o. (vertegenwoordiger: K. Van Maldegem, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

Conclusies

het arrest van het Gerecht in zaak T-93/10 vernietigen,

besluit ED/68/2009 van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (hierna: bestreden besluit) waarbij pek, koolteer, hoge temperatuur, CAS-nummer 65996-93-2 („CTPHT”) is geïdentificeerd als een stof die moet worden opgenomen op de lijst van kandidaatstoffen overeenkomstig artikel 59 van verordening (EG) nr. 1907/2006 (hierna: „REACH”) (1) nietig verklaren, of

subsidiair, de zaak terugwijzen naar het Gerecht voor een uitspraak over rekwirantes’ vordering tot nietigverklaring, en

verweerder verwijzen in de kosten van deze procedure (waaronder de kosten bij het Gerecht).

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirantes stellen dat het Gerecht het gemeenschapsrecht heeft geschonden door hun vordering tot gedeeltelijke nietigverklaring van het bestreden besluit af te wijzen. Inzonderheid voeren zij aan dat het Gerecht de op hun situatie toepasselijke bepalingen op een aantal punten onjuist heeft uitgelegd. Dit had tot gevolg dat het Gerecht op een aantal punten blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, in het bijzonder door te oordelen dat:

de zaak betrekking had op ingewikkelde wetenschappelijke en technische feiten en dat de identificatie van CTPHT als een stof met PBT- en zPzB-eigenschappen op basis van de bestanddelen ervan met een concentratie van minstens 0,1 %, niet kennelijk onjuist was,

de bestanddelen van CTPHT niet specifiek moeten worden geïdentificeerd als bestanddelen met PBT- of zPzB-eigenschappen door een afzonderlijk besluit van ECHA op basis van een daartoe verrichte uitgebreide beoordeling,

het beginsel van gelijke behandeling niet was geschonden.

Op deze gronden stellen rekwirantes dat het arrest van het Gerecht in zaak T-93/10 moet worden vernietigd en het bestreden besluit nietig moet worden verklaard.


(1)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396, blz. 1).