1.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 156/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil Constitutionnel (Frankrijk) op 4 april 2013 — Jeremy F./Eerste minister
(Zaak C-168/13)
2013/C 156/38
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil Constitutionnel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Jeremy F.
Verwerende partij: Eerste minister
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 27 en 28 van kaderbesluit nr. 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (1), aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de lidstaten voorzien in een beroepsmogelijkheid waarbij de uitvoering wordt opgeschort van de beslissing van de rechterlijke instantie die uitspraak doet binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek, hetzij om haar toestemming te geven voor het vervolgen, veroordelen of in hechtenis houden van een persoon met het oog op de uitvoering van een tot vrijheidsbeneming strekkende straf of maatregel, wegens een strafbaar feit dat is gepleegd vóór zijn overlevering krachtens een Europees aanhoudingsbevel, niet zijnde het strafbare feit waarvoor zijn overlevering is gevraagd, hetzij om een persoon krachtens een Europees aanhoudingsbevel dat is uitgevaardigd wegens een vóór zijn overlevering gepleegd strafbaar feit, over te leveren aan een andere lidstaat dan de lidstaat van uitvoering?
(1) PB L 190, blz. 1.