Zaak C‑393/13 P

Raad van de Europese Unie

tegen

Alumina d.o.o.

„Hogere voorziening — Dumping — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 464/2011 — Invoer van uit Bosnië en Herzegovina afkomstig zeoliet A-poeder — Verordening (EG) nr. 1225/2009 — Artikel 2 — Bepaling van de normale waarde — Begrip ‚normale handelstransacties’”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 1 oktober 2014

  1. Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting – Juridische kwalificatie van de feiten – Ontvankelijkheid

    (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

  2. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Factor die met prioriteit in aanmerking moet worden genomen – Prijs toegepast in het kader van normale handelstransacties – Afwijkingen vastgesteld in de antidumpingbasisverordening – Uitputtend karakter

    (Verordening nr. 1225/2 van de Raad, art. 2, leden 1, eerste alinea, en 3, eerste alinea)

  3. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Vaststelling op basis van de prijzen die in het kader van normale handelstransacties worden betaald of dienen te worden betaald – Begrip normale handelstransactie

    (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, leden 2, 3 en 6)

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 16‑19)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 20, 21)

  3.  Het begrip normale handelstransacties, dat wordt aangewend om uit te maken of een product het voorwerp van dumping is, heeft betrekking op de aard van de verkopen als zodanig en niet op de prijs van het product. Indien een verkoop is gesloten tegen voorwaarden die niet overeenstemmen met de handelspraktijk voor de verkoop van het soortgelijke product op die markt op het voor de vaststelling van dumping relevante tijdstip, is hij geen geschikte basis om de normale waarde van het soortgelijke product op die markt vast te stellen.

    Daarbij komt dat, aangezien de prijs van een product slechts een van de voorwaarden van een handelstransactie vormt, het antwoord op de vraag of een prijs wordt toegepast in het kader van normale handelstransacties, tevens afhangt van de andere voorwaarden van een transactie die de toegepaste prijzen kunnen beïnvloeden, zoals de omvang van de transactie, de door de partijen bij die transactie aangegane bijkomende verbintenissen of de leveringstermijn. In het kader van die beoordeling, die geval per geval moet worden verricht, moeten de instellingen rekening houden met alle relevante factoren en alle bijzondere omstandigheden aangaande de betrokken verkopen.

    Het bij de berekening van de winstmarge ter bepaling van de normale waarde in aanmerking nemen van een premie ter dekking van het risico van wanbetaling, die het resultaat van de berekening van de normale waarde kunstmatig verhoogt, zodat dat resultaat niet langer zo getrouw mogelijk de verkoopprijs van een product weergeeft zoals die zou zijn geweest indien het product was verkocht in het land van oorsprong in het kader van normale handelstransacties, komt erop neer dat bij die berekening een factor in aanmerking wordt genomen die niet de prijs kan vaststellen waartegen het betrokken product in normale omstandigheden op de interne markt zou worden verkocht en die uitsluitend betrekking heeft op de financiële draagkracht van een specifieke binnenlandse afnemer. In een dergelijk geval moeten de instellingen onderzoeken of deze voorwaarde algemeen voor alle klanten op de markt van het soortgelijke product wordt toegepast.

    (cf. punten 25, 27‑30, 32)


Zaak C‑393/13 P

Raad van de Europese Unie

tegen

Alumina d.o.o.

„Hogere voorziening — Dumping — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 464/2011 — Invoer van uit Bosnië en Herzegovina afkomstig zeoliet A-poeder — Verordening (EG) nr. 1225/2009 — Artikel 2 — Bepaling van de normale waarde — Begrip ‚normale handelstransacties’”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 1 oktober 2014

  1. Hogere voorziening — Middelen — Onjuiste beoordeling van de feiten — Niet-ontvankelijkheid — Toetsing door het Hof van de beoordeling van het bewijsmateriaal — Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting — Juridische kwalificatie van de feiten — Ontvankelijkheid

    (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

  2. Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Dumpingmarge — Vaststelling van de normale waarde — Factor die met prioriteit in aanmerking moet worden genomen — Prijs toegepast in het kader van normale handelstransacties — Afwijkingen vastgesteld in de antidumpingbasisverordening — Uitputtend karakter

    (Verordening nr. 1225/2 van de Raad, art. 2, leden 1, eerste alinea, en 3, eerste alinea)

  3. Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Dumpingmarge — Vaststelling van de normale waarde — Vaststelling op basis van de prijzen die in het kader van normale handelstransacties worden betaald of dienen te worden betaald — Begrip normale handelstransactie

    (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, leden 2, 3 en 6)

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 16‑19)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 20, 21)

  3.  Het begrip normale handelstransacties, dat wordt aangewend om uit te maken of een product het voorwerp van dumping is, heeft betrekking op de aard van de verkopen als zodanig en niet op de prijs van het product. Indien een verkoop is gesloten tegen voorwaarden die niet overeenstemmen met de handelspraktijk voor de verkoop van het soortgelijke product op die markt op het voor de vaststelling van dumping relevante tijdstip, is hij geen geschikte basis om de normale waarde van het soortgelijke product op die markt vast te stellen.

    Daarbij komt dat, aangezien de prijs van een product slechts een van de voorwaarden van een handelstransactie vormt, het antwoord op de vraag of een prijs wordt toegepast in het kader van normale handelstransacties, tevens afhangt van de andere voorwaarden van een transactie die de toegepaste prijzen kunnen beïnvloeden, zoals de omvang van de transactie, de door de partijen bij die transactie aangegane bijkomende verbintenissen of de leveringstermijn. In het kader van die beoordeling, die geval per geval moet worden verricht, moeten de instellingen rekening houden met alle relevante factoren en alle bijzondere omstandigheden aangaande de betrokken verkopen.

    Het bij de berekening van de winstmarge ter bepaling van de normale waarde in aanmerking nemen van een premie ter dekking van het risico van wanbetaling, die het resultaat van de berekening van de normale waarde kunstmatig verhoogt, zodat dat resultaat niet langer zo getrouw mogelijk de verkoopprijs van een product weergeeft zoals die zou zijn geweest indien het product was verkocht in het land van oorsprong in het kader van normale handelstransacties, komt erop neer dat bij die berekening een factor in aanmerking wordt genomen die niet de prijs kan vaststellen waartegen het betrokken product in normale omstandigheden op de interne markt zou worden verkocht en die uitsluitend betrekking heeft op de financiële draagkracht van een specifieke binnenlandse afnemer. In een dergelijk geval moeten de instellingen onderzoeken of deze voorwaarde algemeen voor alle klanten op de markt van het soortgelijke product wordt toegepast.

    (cf. punten 25, 27‑30, 32)