23.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 65/16 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 december 2014 — Europese Commissie/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
(Zaak C-640/13) (1)
((Niet-nakoming - Teruggaaf van in strijd met het Unierecht geïnde belastingen - Nationale wettelijke regeling - Verkorting met terugwerkende kracht van de verjaringstermijn van de beschikbare beroepen - Doeltreffendheidsbeginsel - Beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen))
(2015/C 065/22)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en W. Roels, gemachtigden)
Verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordiger: J. Beeko, gemachtigde)
Dictum
1) |
Door een wettelijke bepaling vast te stellen zoals artikel 107 van de Finance Act 2007 (begrotingswet 2007), waarbij met terugwerkende kracht en zonder voorafgaande kennisgeving of overgangsregeling het recht van de belastingplichtigen wordt beperkt om belastingen die zijn geheven in strijd met het Unierecht, terug te vorderen, is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de krachtens artikel 4, lid 3, VEU op hem rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) |
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten. |