22.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/9


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 16 oktober 2014 [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice of England and Wales, Queen’s Bench Division (Administrative Court) — Verenigd Koninkrijk] — The Queen, op verzoek van: Newby Foods Ltd/Food Standards Agency

(Zaak C-453/13) (1)

([Bescherming van de gezondheid - Verordening (EG) nr. 853/2004 - Hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong - Bijlage I, punten 1.14 en 1.15 - Begrippen „separatorvlees” en „vleesbereidingen” - Verordening (EG) nr. 999/2001 - Preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën - Bescherming van de consument - Richtlijn 2000/13/EG - Etikettering en presentatie van levensmiddelen])

(2014/C 462/15)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice of England and Wales, Queen’s Bench Division (Administrative Court)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: The Queen, op verzoek van: Newby Foods Ltd

Verwerende partij: Food Standards Agency

Dictum

De punten 1.14 en 1.15 van bijlage I bij verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong moeten aldus worden uitgelegd dat het product dat wordt verkregen door vlees mechanisch te scheiden van beenderen waaraan na het uitbenen nog vlees vastzit of van pluimveekarkassen, „separatorvlees” is in de zin van punt 1.14 zodra de spierweefselstructuur door het gebruikte proces verder verloren gaat of verandert dan louter op het punt waar het vlees wordt afgesneden; het is daarbij irrelevant dat de gebruikte techniek de structuur van de gebruikte beenderen niet verandert. Een dergelijk product kan niet worden gekwalificeerd als een „vleesbereiding” in de zin van punt 1.15.


(1)  PB C 344 van 23.11.2013.