19.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/6


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 november 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Unabhängige Verwaltungssenat in Tirol — Oostenrijk) — Ute Reindl, strafrechtelijk aansprakelijk vertegenwoordiger van MPREIS Warenvertriebs GmbH/Bezirkshauptmannschaft Innsbruck

(Zaak C-443/13) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht - Verordening (EG) nr. 2073/2005 - Bijlage I - Microbiologische criteria voor levensmiddelen - Salmonella in vers pluimveevlees - Niet-naleving van de microbiologische criteria die wordt vastgesteld in het stadium van de distributie - Nationale regeling die voorziet in sancties voor een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die uitsluitend in het stadium van de detailhandel actief is - Verenigbaarheid met het Unierecht - Doeltreffende, afschrikkende en evenredige sanctie)

(2015/C 016/08)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Unabhängige Verwaltungssenat in Tirol

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ute Reindl, strafrechtelijk aansprakelijk vertegenwoordiger van MPREIS Warenvertriebs GmbH

Verwerende partij: Bezirkshauptmannschaft Innsbruck

Dictum

1)

Bijlage II, E, punt 1, bij verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1086/2011 van de Commissie van 27 oktober 2011, moet aldus moet worden uitgelegd dat vers pluimveevlees van in bijlage I bij die verordening opgenomen dierpopulaties in alle stadia van de distributie, óók dat van de detailhandel, moet voldoen aan het microbiologische criterium van bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011.

2)

Het Unierecht, in het bijzonder verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, en verordening nr. 2073/2005, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, moet aldus worden uitgelegd dat het zich in beginsel niet verzet tegen een nationale regeling als de in het hoofdgeding aan de orde zijnde, die aan een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die zich uitsluitend bezighoudt met de distributie van levensmiddelen met het oog op het in de handel brengen ervan, een sanctie oplegt wegens de niet-naleving van het in bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005 vermelde microbiologische criterium. Het staat aan de nationale rechter te beoordelen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde sanctie voldoet aan het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in artikel 17, lid 2, van verordening nr. 178/2002.


(1)  PB C 344 van 23.11.2013.