25.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 282/8 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 juni 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht — Duitsland) — Bayer CropScience AG/Deutsches Patent- und Markenamt
(Zaak C-11/13) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Octrooirecht - Gewasbeschermingsmiddelen - Aanvullend beschermingscertificaat - Verordening (EG) nr. 1610/96 - Artikelen 1 en 3 - Begrippen „product” en „werkzame stoffen” - Beschermstof])
2014/C 282/11
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundespatentgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bayer CropScience AG
Verwerende partij: Deutsches Patent- und Markenamt
Dictum
Het begrip „product” in artikel 1, punt 8, en artikel 3, lid 1, van verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen, en het begrip „werkzame stoffen” in artikel 1, punt 3, van deze verordening, moeten aldus worden uitgelegd dat een stof die bestemd is voor gebruik als beschermstof daaronder kan vallen, mits deze stof een eigen toxische, fytotoxische of gewasbeschermende werking heeft.