10.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 343/19


Beroep ingesteld op 12 september 2012 — Mitsubishi Electric/Commissie

(Zaak T-409/12)

2012/C 343/33

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Mitsubishi Electric Corp. (Tokio, Japan) (vertegenwoordigers: R. Denton, J. Vyavaharkar en R. Browne, solicitors, en K. Haegeman, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

beschikking C(2012) 4381 final van 27 juni 2012 houdende wijziging van beschikking C(2006) 6762 definitief van de Commissie van 24 januari 2007 in een procedure op grond van artikel 81 EG-Verdrag (thans artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39.966 — Gasgeïsoleerd schakelmateriaal — boetes) nietig verklaren, voor zover zij betrekking heeft op verzoekster, of, subsidiair,

de hierbij aan verzoekster opgelegde geldboete aanzienlijk verlagen, en

verweerster verwijzen in haar eigen kosten alsook in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij negen middelen aan.

1)

Eerste middel:

De Commissie is haar verplichting om de berekening van de geldboete te motiveren niet nagekomen en heeft het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden.

2)

Tweede middel:

De Commissie is haar verplichting om de berekening van de op verzoekster toe te passen vermenigvuldigingsfactor te motiveren niet nagekomen en heeft bij de berekening van deze factor het gelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel geschonden.

3)

Derde middel:

De Commissie heeft het evenredigheidsbeginsel geschonden door de geldboete van verzoekster op dezelfde wijze vast te stellen als de aan de Europese producenten op te leggen geldboete.

4)

Vierde middel:

De Commissie heeft bij de beoordeling van de weerslag van verzoeksters gedrag en bij de berekening van haar geldboete ten onrechte geen rekening gehouden met economische en technische bewijzen.

5)

Vijfde middel:

De Commissie heeft de duur van het vermeende kartel niet correct vastgesteld.

6)

Zesde middel:

De Commissie heeft bij de opsplitsing van het voor TM T&D vastgestelde uitgangsbedrag tussen verzoekster en een andere onderneming een onjuiste verhouding toegepast, en aldus het gelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel geschonden.

7)

Zevende middel:

De Commissie is haar motiveringsplicht niet nagekomen bij de vaststelling van de verhouding volgens welke het voor TM T&D vastgestelde uitgangsbedrag tussen verzoekster en een andere onderneming diende te worden opgesplitst.

8)

Achtste middel:

De Commissie heeft het uitgangsbedrag voor verzoekster voor de periode vóór de oprichting van TM T&D volgens een onjuiste methode vastgesteld, en heeft aldus het gelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel geschonden.

9)

Negende middel:

De Commissie heeft de methode voor de vaststelling van het uitgangsbedrag voor verzoekster voor de periode vóór de oprichting van TM T&D niet toereikend gemotiveerd.