Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 16 juli 2014 – Zweckverband Tierkörperbeseitigung/Commissie
(Zaak T‑309/12)
„Staatssteun — Diensten met betrekking tot de verwijdering van dierkarkassen en slachthuisafval — Aanhouden van een reservecapaciteit in geval van epizoötie — Besluit waarbij steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Begrip onderneming — Voordeel — Dienst van algemeen economisch belang — Compensatie inzake openbaredienstverplichting — Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten en mededingingsverstoring — Bestaande of nieuwe steun — Noodzaak van steun — Subsidiariteit — Gewettigd vertrouwen — Rechtszekerheid — Evenredigheid”
1. |
Mededinging — Regels van de Unie — Adressaten — Ondernemingen — Begrip — Uitoefening van een economische activiteit — Diensten in verband met de verwijdering van dierkarkassen en slachthuisafval en het aanhouden van een reservecapaciteit in geval van epizoötie — Geen uitoefening van overheidsprerogatieven — Daaronder begrepen (Art. 5 VEU; art. 3, lid 1, VWEU, 14 VWEU, 106, lid 2, VWEU, 107 VWEU, 108 VWEU, 109 VWEU en 168 VWEU; mededeling 2001/C 17/04 van de Commissie, punt 22) (cf. punten 49‑53, 56, 59, 62, 66, 67, 70, 73, 76, 84, 85, 88, 219) |
2. |
Mededinging — Regels van de Unie — Onderneming — Begrip — Activiteiten verband houdend met de uitoefening van overheidsprerogatieven — Beoordelingscriteria — Afzonderlijke beoordeling voor elke activiteit van een bepaalde entiteit — Uitsluiting van de werkingssfeer van de mededingingsregels van enkel de activiteiten die deel uitmaken van de uitoefening van overheidsprerogatieven (Art. 106, lid 1, VWEU en 107, lid 1, VWEU) (cf. punten 53, 56, 59, 64, 70, 71, 88) |
3. |
Steunmaatregelen van de staten — Beschikking van de Commissie houdende vaststelling van de onverenigbaarheid van een steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt — Beoordelingsvrijheid van de Commissie — Ingewikkelde economische beoordeling — Rechterlijke toetsing — Grenzen (Art. 107 VWEU) (cf. punt 96) |
4. |
Steunmaatregelen van de staten — Besluit van de Commissie — Beoordeling van de rechtmatigheid aan de hand van de gegevens die beschikbaar waren op het tijdstip van de vaststelling van het besluit (Art. 107 VWEU) (cf. punten 97, 101, 222) |
5. |
Mededinging — Ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang — Omschrijving van de diensten van algemeen economisch belang — Beoordelingsvrijheid van de lidstaten — Grenzen — Controle van de Commissie beperkt tot het geval van een kennelijke fout — Mogelijkheid van beoordeling op basis van door de Commissie vooraf vastgestelde richtsnoeren (Art. 14 VWEU, 106, lid 2, VWEU, 107 VWEU, 108 VWEU, 109 VWEU en 168 VWEU; mededeling 2001/C 17/04 van de Commissie, punt 22) (cf. punten 104‑106, 110‑112) |
6. |
Steunmaatregelen van de staten — Begrip — Tenlasteneming van de kosten van het aanhouden van een reservecapaciteit in geval van epizoötie — Nauw verband met de verwijdering van dierkarkassen en slachthuisafval — Toepassing van het beginsel van de vervuiler betaalt — Daaronder begrepen — Diensten van algemeen economisch belang — Daarvan uitgesloten (Art. 106, lid 2, VWEU en 107, lid 1, VWEU; verordening nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 120, 121, 123, 125) |
7. |
Steunmaatregelen van de staten — Besluit van de Commissie — Rechterlijke toetsing — Kennelijk onjuiste beoordeling — Element dat niet volstaat als grond voor nietigverklaring van het besluit — Vereiste van een economisch voordeel voor de steunontvanger (Art. 106, lid 2, VWEU en 107, lid 1, VWEU) (cf. punt 127) |
8. |
Steunmaatregelen van de staten — Begrip — Maatregelen ter compensatie van de kosten van openbaredienstverplichtingen van een onderneming — Daarvan uitgesloten — Voorwaarden — Duidelijk omschreven openbaredienstverplichtingen — Objectief en transparant opstellen van de parameters voor de berekening van de compensatie — Beperking van de compensatie tot de kostprijs — Vaststelling van de compensatie, ingeval de onderneming niet is geselecteerd in een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht, op basis van een kostenanalyse van een gemiddelde onderneming van de betrokken sector (Art. 106, lid 2, VWEU en 107, lid 1, VWEU) (cf. punten 129, 130, 132, 139, 145, 148, 156, 159, 166, 186) |
9. |
Mededinging — Ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang — Compensatie van de kosten van de taak van openbaredienstverrichting — Beoordelingsvrijheid van de lidstaten — Grenzen — Controle van de Commissie — Rechterlijke toetsing — Grenzen (Art. 106, lid 2, VWEU en 107, lid 1, VWEU) (cf. punten 169, 170, 175) |
10. |
Steunmaatregelen van de staten — Aantasting van de mededinging — Ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten — Omvang van de op de Commissie rustende bewijslast (Art. 107, lid 1, VWEU) (cf. punten 197, 198, 203, 204, 206) |
11. |
Steunmaatregelen van de staten — Verbod — Afwijkingen — Beoordelingsvrijheid van de Commissie — Richtsnoeren houdende een Unieregeling voor steun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst — Beperking van de beoordelingsbevoegdheid die de Commissie zichzelf oplegt — Verplichting tot eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel (Art. 107, lid 3, VWEU; mededeling 2012/C 8/03 van de Commissie, punten 2.2‑2.10) (cf. punt 212) |
12. |
Gerechtelijke procedure — Termijn voor overlegging van de bewijzen — Artikel 48, lid 1, van het Reglement voor procesvoering van het Gerecht — Werkingssfeer (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 1, en 66, lid 2) (cf. punt 223) |
13. |
Steunmaatregelen van de staten — Terugvordering van onrechtmatige steun — Steun toegekend in strijd met de procedureregels van artikel 108 VWEU — Eventueel gewettigd vertrouwen van steunontvangers — Geen, behoudens buitengewone omstandigheden — Aanvoering door de steunverlenende lidstaat — Ontoelaatbaarheid — Stilzitten van de Commissie gedurende relatief lange periode — Geen invloed (Art. 107 VWEU en 108 VWEU) (cf. punten 230, 231, 233‑237) |
14. |
Recht van de Europese Unie — Beginselen — Bescherming van het gewettigd vertrouwen — Werkingssfeer — Nationale autoriteiten belast met de toepassing van het Unierecht — Autoriteit die handelt in strijd met de Unieregeling — Geen gewettigd vertrouwen (cf. punt 238) |
15. |
Steunmaatregelen van de staten — Respectieve bevoegdheden van de Commissie en de nationale rechterlijke instanties — Rol van de nationale rechterlijke instanties — Besluit van de Commissie tot inleiding van een formele procedure van onderzoek van een steunmaatregel — Verplichting voor de nationale rechters om de gevolgen te trekken uit een eventuele niet-nakoming van de verplichting om de onderzochte maatregelen op te schorten — Opschorting van de tenuitvoerlegging van de betrokken maatregel en terugvordering van de reeds betaalde bedragen — Toekenning van voorlopige maatregelen — Verzoek van de Commissie om toelichting van de nationale rechter — Prejudiciële vraag aan het Hof (Art. 4, lid 3, VEU; art. 108, leden 2 en 3, VWEU en 267, tweede en derde alinea, VWEU) (cf. punten 239, 240, 247) |
16. |
Steunmaatregelen van de staten — Terugvordering van onrechtmatige steun — Onmogelijkheid om het beginsel van gezag van gewijsde aan te voeren tegen terugvordering (Art. 107 VWEU en 108 VWEU) (cf. punt 246) |
17. |
Steunmaatregelen van de staten — Bestaande steunmaatregelen en nieuwe steunmaatregelen — Onderzoek door de Commissie — Uitsluitende bevoegdheid — Bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties — Grenzen (Art. 107 VWEU en 108 VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 1, sub b‑i) (cf. punt 246) |
18. |
Steunmaatregelen van de staten — Onderzoek van klachten — Verplichtingen van de Commissie — Ambtshalve onderzoek van elementen die niet uitdrukkelijk door de klagende partij zijn aangevoerd (Art. 108, lid 2, VWEU) (cf. punt 264) |
Voorwerp
Nietigverklaring van besluit 2012/485/EU van de Commissie van 25 april 2012 betreffende steunmaatregel SA.25051 (C 19/10) (ex NN 23/10) die Duitsland ten gunste van Zweckverband Tierkörperbeseitigung in Rheinland-Pfalz, im Saarland, im Rheingau-Taunus-Kreis und im Landkreis Limburg-Weilburg heeft verleend (PB L 236, blz. 1)
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Zweckverband Tierkörperbeseitigung in Rheinland-Pfalz, im Saarland, im Rheingau-Taunus-Kreis und im Landkreis Limburg-Weilburg zal zijn eigen kosten betreffende de hoofdprocedure en die van de Europese Commissie dragen. |
3) |
Saria Bio-Industries AG & Co. KG, SecAnim GmbH en Knochen- und Fett-Union GmbH (KFU) zullen hun eigen kosten betreffende de hoofdprocedure dragen. |
4) |
Zweckverband Tierkörperbeseitigung in Rheinland-Pfalz, im Saarland, im Rheingau-Taunus-Kreis und im Landkreis Limburg-Weilburg zal de kosten betreffende het kort geding dragen. |