24.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 194/25


Beschikking van het Gerecht van 14 april 2014 — Manufacturing Support & Procurement Kala Naft/Raad

(Zaak T-263/12) (1)

((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Kracht van gewijsde - Motiveringsplicht - Verplichting tot individuele kennisgeving - Rechten van verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Eigendomsrecht - Evenredigheid - Bevoegdheid van Raad - Misbruik van bevoegdheid - Onjuiste rechtsopvatting - Begrip ‚aan nucleaire proliferatie verleende steun’ - Onjuiste beoordeling - Beroep kennelijk rechtens ongegrond”))

2014/C 194/32

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Manufacturing Support & Procurement Kala Naft Co., Tehran (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: F. Esclatine en S. Perrotet, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Cujo en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om gedeeltelijke nietigverklaring van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1).

Dictum

1)

Het beroep wordt kennelijk rechtens ongegrond verklaard.

2)

Manufacturing Support & Procurement Kala Naft Co., Tehran draagt haar eigen kosten alsmede die van de Raad van de Europese Unie.

3)

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.


(1)  PB C 258 van 25.8.2012.