11.5.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/22 |
Arrest van het Gerecht van 25 maart 2015 — Central Bank of Iran/Raad
(Zaak T-563/12) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Motiveringsplicht - Recht van verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Beoordelingsfout - Eigendomsrecht - Recht op bescherming van de goede naam - Evenredigheid”))
(2015/C 155/25)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Central Bank of Iran (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: M. Lester, barrister)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en V. Piessevaux, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek tot nietigverklaring van enerzijds besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58), voor zover daarbij verzoeksters naam na heronderzoek is gehandhaafd op de lijst in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), en anderzijds uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16), voor zover daarbij verzoeksters naam na heronderzoek is gehandhaafd op de lijst in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1)
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Central Bank of Iran wordt verwezen in de kosten. |