8.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 439/27


Arrest van het Gerecht van 24 oktober 2014 — Grau Ferrer/BHIM — Rubio Ferrer (Bugui va)

(Zaak T-543/12) (1)

([„Gemeenschapsmerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor gemeenschapsbeeldmerk ‚Bugui va’ - Ouder nationaal beeldmerk ‚Bugui’ en ouder gemeenschapsbeeldmerk ‚BUGUI’ - Relatieve weigeringsgrond - Afwijzing van de oppositie - Artikel 76, lid 2, van verordening (EG) nr. 207/2009 - Bestaan van het oudere merk - Verzuim om rekening te houden met bewijzen die ter ondersteuning van de oppositie zijn aangedragen voor de kamer van beroep - Beoordelingsbevoegdheid van de kamer van beroep - Artikel 42, leden 2 en 3, van verordening nr. 207/2009 - Artikel 15, lid 1, tweede alinea, sub a, van verordening nr. 207/2009 - Normaal gebruik van het oudere merk - Een op onderdelen afwijkende vorm die het onderscheidend vermogen niet wijzigt”])

(2014/C 439/36)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Xavier Grau Ferrer (Caldes de Montbui, Spanje) (vertegenwoordiger: J. Carbonell Callicó, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (vertegenwoordigers: S. Palmero Cabezas en A. Folliard-Monguiral, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep van het BHIM, interveniërend voor het Gerecht: Juan Cándido Rubio Ferrer (Xeraco, Spanje) en Alberto Rubio Ferrer (Xeraco) (vertegenwoordiger: A. Cañizares Doménech, advocaat)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 11 oktober 2012 (gevoegde zaken R 274/2011-4 en R 520/2011-4) inzake een oppositieprocedure tussen Xavier Grau Ferrer enerzijds, en Juan Cándido Rubio Ferrer en Alberto Rubio Ferrer anderzijds

Dictum

1)

De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 11 oktober 2012 (gevoegde zaken R 274/2011-4 en R 520/2011-4) wordt vernietigd.

2)

Het BHIM zal zijn eigen kosten dragen alsook die van Xavier Grau Ferrer.

3)

Juan Cándido Rubio Ferrer en Alberto Rubio Ferrer zullen hun eigen kosten dragen.


(1)  PB C 55 van 23.2.2013.