Zaak C-343/12
Euronics Belgium CVBA
tegen
Kamera Express BV en Kamera Express Belgium BVBA
(verzoek van de Rechtbank van koophandel te Gent om een prejudiciële beslissing)
„Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering — Richtlijn 2005/29/EG — Nationale regeling houdende algemeen verbod om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen”
Samenvatting – Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2013
Prejudiciële vragen – Antwoord dat duidelijk uit rechtspraak kan worden afgeleid – Toepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering
(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)
Harmonisatie van wetgevingen – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Werkingssfeer – Acties die consumenten tot kopen aanzetten – Daaronder begrepen
(Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, sub d)
Harmonisatie van wetgevingen – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Nationale regeling houdende algemeen verbod om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen – Ontoelaatbaarheid – Voorwaarde
(Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punt 15)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 21 en 22)
Richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale bepaling die een algemeen verbod behelst om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen, voor zover deze bepaling de bescherming van de consument beoogt.
Aangezien richtlijn 2005/29 een volledige harmonisatie van de regels inzake oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen ten aanzien van consumenten tot stand brengt, kunnen de lidstaten, zoals artikel 4 van deze richtlijn uitdrukkelijk bepaalt, geen strengere maatregelen vaststellen dan die welke in deze richtlijn zijn neergelegd, ook niet om een hoger niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen.
Diezelfde richtlijn bevat, in bijlage I erbij, een uitputtende lijst van 31 handelspraktijken die volgens artikel 5, lid 5, van deze richtlijn „onder alle omstandigheden” als oneerlijk worden beschouwd. Bijgevolg kunnen enkel deze handelspraktijken oneerlijk worden geacht zonder een individuele toetsing aan het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 9 van deze richtlijn, zoals uitdrukkelijk is gepreciseerd in punt 17 van de considerans van deze richtlijn.
Praktijken waarbij goederen met verlies te koop worden aangeboden of verkocht, zijn niet vermeld in bijlage I bij richtlijn 2005/29. Zij kunnen dus niet onder alle omstandigheden worden verboden, maar alleen na een specifieke analyse waaruit blijkt dat zij oneerlijk zijn.
(cf. punten 24, 28, 29, 31 en dictum)
Zaak C-343/12
Euronics Belgium CVBA
tegen
Kamera Express BV en Kamera Express Belgium BVBA
(verzoek van de Rechtbank van koophandel te Gent om een prejudiciële beslissing)
„Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering — Richtlijn 2005/29/EG — Nationale regeling houdende algemeen verbod om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen”
Samenvatting – Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 maart 2013
Prejudiciële vragen — Antwoord dat duidelijk uit rechtspraak kan worden afgeleid — Toepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering
(Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)
Harmonisatie van wetgevingen — Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten — Richtlijn 2005/29 — Werkingssfeer — Acties die consumenten tot kopen aanzetten — Daaronder begrepen
(Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, sub d)
Harmonisatie van wetgevingen — Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten — Richtlijn 2005/29 — Nationale regeling houdende algemeen verbod om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen — Ontoelaatbaarheid — Voorwaarde
(Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punt 15)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 21 en 22)
Richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale bepaling die een algemeen verbod behelst om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen, voor zover deze bepaling de bescherming van de consument beoogt.
Aangezien richtlijn 2005/29 een volledige harmonisatie van de regels inzake oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen ten aanzien van consumenten tot stand brengt, kunnen de lidstaten, zoals artikel 4 van deze richtlijn uitdrukkelijk bepaalt, geen strengere maatregelen vaststellen dan die welke in deze richtlijn zijn neergelegd, ook niet om een hoger niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen.
Diezelfde richtlijn bevat, in bijlage I erbij, een uitputtende lijst van 31 handelspraktijken die volgens artikel 5, lid 5, van deze richtlijn „onder alle omstandigheden” als oneerlijk worden beschouwd. Bijgevolg kunnen enkel deze handelspraktijken oneerlijk worden geacht zonder een individuele toetsing aan het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 9 van deze richtlijn, zoals uitdrukkelijk is gepreciseerd in punt 17 van de considerans van deze richtlijn.
Praktijken waarbij goederen met verlies te koop worden aangeboden of verkocht, zijn niet vermeld in bijlage I bij richtlijn 2005/29. Zij kunnen dus niet onder alle omstandigheden worden verboden, maar alleen na een specifieke analyse waaruit blijkt dat zij oneerlijk zijn.
(cf. punten 24, 28, 29, 31 en dictum)