22.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 399/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Oberste Patent- und Markensenat (Oostenrijk) op 6 september 2012 — Backaldrin Österreich The Kornspitz Company GmbH/Pfahnl Backmittel GmbH
(Zaak C-409/12)
2012/C 399/14
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberster Patent- und Markensenat
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Backaldrin Österreich The Kornspitz Company GmbH
Verwerende partij: Pfahnl Backmittel GmbH
Prejudiciële vragen
1) |
Is een merk „de gebruikelijke benaming van een waar of dienst” geworden in de zin van artikel 12, lid 2, sub a, van richtlijn 2008/95/EG (merkenrichtlijn) (1) wanneer
|
2) |
Is reeds sprake van „nalaten” in de zin van artikel 12, lid 2, sub a, van richtlijn 2008/95/EG wanneer de merkhouder niet optreedt, ofschoon de handelaars hun klanten er niet op attent maken dat het een ingeschreven merk betreft? |
3) |
Moet een merk dat door het toedoen of nalaten van de houder ervan voor eindverbruikers, maar niet in het handelsverkeer een gebruikelijke benaming is geworden, enkel vervallen worden verklaard wanneer de eindverbruikers op deze benaming zijn aangewezen omdat er geen equivalente alternatieve benamingen bestaan? |
(1) Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (gecodificeerde versie) (PB L 299, blz. 25).